3e middelbaar

Ik ben Eleonora, ik zit in het 3e middelbaar en ik ben 14 jaar oud. Ik woon samen met mijn moeder, mijn vader, en mijn zusjes Joanina (6e leerjaar) en Amelie (1e leerjaar).

 

Na het tweede middelbaar veranderde mijn beste vriendin Lieke naar een andere school. Sarah vond me plots kinderachtig, en ik werd eerst uitgesloten, en daarna zelfs flagrant gepest. Het pesten ging heel ver, van spotten en lachen tot het afschieten van speeksel op mij, en weigeren om naast mij te zitten in de klas. 

Ik slaagde er niet in om voor mezelf op te komen omdat ik besefte hoe onzeker en onnozel ik eruitzag. Ik begreep waarom ze me uitlachten. Jammer genoeg kon ik zelf niet kiezen hoe of wie ik was, omdat ik thuis zo kort gehouden werd. Ik herinner me nog hoe jaloers ik was op de leuke kleren van mijn klasgenoten, op hoe ze hun mening durfden zeggen, op hoe ze onbezorgd en zelfzeker in het leven leken te staan. Hoe graag ik ook wilde, ik kon niet zijn zoals hen. 


Meisjes trekken zich vaker terug dan jongens. Kinderen schamen zich voor het geweld in hun eigen huis. Ze raken hiervan in de war en praten er niet gemakkelijk over, zelfs niet met hun beste vrienden of vriendinnen. De meeste kinderen zullen hun ouders blijven verdedigen en doen alsof er thuis niets aan de hand is. Ze dragen een geheim met zich mee: een gezinsgeheim. Dat maakt hen eenzaam.
Bron: slachtofferzorg.be 

 


 

Oktober 1997

Het gaat niet goed met mij. Op school heb ik slechte punten. Ik lig daar dan over te piekeren, en daardoor kan ik niet slapen. Doordat ik niet kan slapen, loop ik vermoeid en kan ik niet studeren, en daardoor haal ik dan weer slechte punten.  

Ik voel me zo alleen, want ik heb geen goede vriendinnen, behalve Vera... maar aan Vera durf ik niet alles te zeggen, want wat als ze het dan doorvertelt... 

 

There are many understandable reasons why a child victim of abuse is not likely to tell anyone about their abuse. Often, the abusive adult will convince the child that they won’t be believed or that they are somehow responsible for the abuse and will be punished for it. The child may care about or feel protective of the person who abused them and may feel they’d be betraying this person and the abuser may use this information to help maintain the secrecy. Children frequently remain silent to protect the other, non-abusive parent. 


De andere kinderen van mijn klas hebben allemaal wel een vriend of vriendin (of een ouder) bij wie ze kunnen 'uithuilen'. Ik mis dat. Ik kan mezelf niet zijn. Ik wil liever anders zijn dan ik lijk. Iedereen denkt dat ik een seutje ben, maar eigenlijk ben ik heel wild en agressief en ik geniet van alles om me heen. De natuur is zo mooi. 

Liefst zou ik rennen en huppelen en dansen en schreeuwen en zingen want ik wil me uitleven. Ik krop alles teveel op en dat wil eruit. Jammer genoeg vind ik de sleutel niet meer. Ik bid veel en ik geniet elke dag van de blije mensen en dieren om me heen, ik wil net als hen zijn maar ik kan het niet. Ik voel me heel eenzaam. Niemand kent me echt. Iedereen denkt dat ik een braaf meisje ben maar dat ben ik niet. 

Ik kàn niet blij zijn, want ik heb problemen.  Elise, ik voel me zo eenzaam. Lieke schrijft niet terug, ook zij is me vergeten... 

Ik huil veel want ik voel me zo alleen. Ik mis iemand met wie ik kan praten. Iemand die me begrijpt. Waarom heb ik geen vriendinnen? Waarom ziet niemand me graag? Ben ik zo vervelend? Ben ik echt zo kinderachtig? Ik snap niet wat ik verkeerd doe. ik hoor zo dikwijls dat tieners met zichzelf in de knoop liggen... Daar heb ik totaal geen last van, ik begrijp alleen de anderen niet. Ik ken mezelf heel goed en ik weet wat ik wil.

Oh, ik weet het niet. Ik voel me radeloos en eenzaam en ik hoop dat ik vlug iemand zal vinden die naar me luistert. 



November 1997

Hoi Elise, 

Met mij gaat het nogal slecht. Op school heb ik nog altijd geen echte vriendin. Ik mis Lieke zo oneindig veel. Ze komt nu zelfs niet meer naar de orkestklas op zaterdag! Ik heb nu nog maar twee vrienden: Jona en Vera. En Margot eigenlijk ook wel.

Ik sluit me steeds meer op en trek me steeds vaker terug. Ik praat zowat hele dagen tegen mezelf, in mijn hoofd doe ik alsof ik tegen een goede vriendin praat. Mama heeft al gemerkt dat ik stiller ben maar ik ben en blijf een hele grote optimist. 

Vera begrijp niet dat ik zo optimistisch blijf, en zoals iedereen vindt ze mij een speciale. Tja, ik ben ook een beetje raar. Ze moeten mij maar nemen zoals ik ben en ze moeten niet denken dat ik me normaal zal gedragen zoals zij. Ik ben toch mijzelf. 

 

 

28 november 1997

Ik heb Jona gezien. Hij was aan het roken!! Ik was er echt niet goed van. Ik vind roken echt heel dom en smerig. Je maakt je stem ermee kapot, en je tanden, en je lichaamsconditie verslechtert. Ik ga NOOIT of NOOIT roken. Dat zweer ik. 

Ik zag Jona vlak voordat ik naar de dansles ging. Tijdens de dansles heb ik eerst niet goed gedanst want ik was zo onzeker. Ik hou wel van Jona maar ik denk dat hij op Ivy is. Stomme Ivy. Maar eigenlijk denk ik dat het een toffe is. 

Dus ik danste heel slecht (vond ik). Toen werd ik ineens kwaad op Jona en op heel de wereld want ik voel me zo eenzaam. En toen heb ik gewoon heel goed gedanst: 't kan me niet meer schelen. De wereld waarin ik nu leef is egoïstisch en slecht. Ik mis toch zo iemand die van me houdt, of gewoon, eens van iemand een knuffel krijgen. Hoe lang is het al niet geleden dat iemand me vastpakte? Papa pakt me soms vast maar ik knuffel niet terug. Ik kan het niet. Dus behalve papa en Amelie is het al zeker meer dan vijf jaar geleden dat iemand me vastpakte. 

Ik kan me niet herinneren dat iemand me ooit heeft gezegd dat hij of zij van me houdt. 

Ik denk dat God me wil testen, en me wil gevoelig maken voor wat het is om eenzaam te zijn. Ik geloof echt in God en dat troost me ook. Ik bid ook vaak. Dan bid ik voor alle kinderen zonder vriendjes, voedsel, ouders, liefde. Ah, hoe graag zou ik zo'n kind in mijn armen nemen en hem zeggen dat ik van hem houd, dat hij fantastisch is, en mooi, en lief, en de moeite waard!

Oei, ik krijg ineens dicht-kriebels. Daar komt-ie!

 

Alleen 

Als in een donkere nacht

Je ziet niet waar je gaat

En staat. 

Welke weg

Moet je gaan

Waar kan je liefde vinden

Je zoekt en zoekt en zoekt

Je vindt niets...

Alleen haat, geweld, egoïsme

Is er dan niemand

Niemand die zoekt

Net als jij

Naar een hand

Die je leidt

Die je troost

En moed geeft

Die je zegt

Dat je goed bent

Zoals je bent

Een hand die 

Smeekt om een 

Andere warme hand

Die troost en tranen 

droogt. 

Wanneer....

Wanneer wordt het licht? 

Of blijft het donker? 

Kunnen we niet

Een lichtje zijn voor mekaar

Zodat we mekaar kunnen helpen

Om de weg te vinden

Te zijn zoals we zijn

Te tonen wat we voelen

Te doen wat we denken dat goed is

Kunnen we niet

Zo’n lichtje zijn voor mekaar? 

Desnoods een kleintje

Maar 't geeft toch licht

Licht in het duister. 

Misschien wordt het ooit

Wel weer dag op deze 

duistere planeet. 

Want het is nog altijd nacht...

 

Zo, ik ben klaar. Ik schrijf dit in het donker want ik moest mijn licht uitdoen van mama, dus ik kan niet lezen of mijn gedicht goed is. Ach, het geeft niet of het slecht of goed is. Maar ik voel me wel nog altijd alleen. 

 

 

1 december 1997

Hoi Elise, 

Het gaat wel met mij. Met Elonora gaat het heel goed en met Eleonora slecht. Sorry, grapje!

Ik moet je wat zeggen: ik praat oneindig veel met mezelf. Ik zeg mijn naam, beeld me in dat ik heel veel vrienden en vriendinnen heb, troost mezelf en zo. Raar zeker? Maar het helpt, ik voel me zekerder en gelukkiger. 

Waarom heb ik eigenlijk altijd vriendinnen die naar een andere school vertrekken? 

Tja, gewoon een onderdeel van Gods test. 

Misschien ziet die test er wel zo uit:

1/ Weten wat het is om uitgesloten en gepest te worden

2/ Mij duidelijk maken wat mijn bestemming is

3/ Leren luisteren naar anderen

Dat laatste doe ik heel veel, oa naar mama. 

 

 

2 december 1997

Elise, 

Ik voel me eigenlijk wel heel gelukkig, tenminste zonder mama. Mama zit voortdurend Joanina te bestoefen bij anderen. Als ik dan iets zeg kijkt ze mij haast altijd kwaad aan. Maar als ik zwijg zegt ze dat ze niets aan mij heeft! Ik kan er toch ook niet aan doen dat ze mij zo dom vindt. Mama spot altijd maar met mij, ze slaat mij, ze zegt dat ik haar in schande breng en zo. Ze zegt dat ik er vreselijk dom uit zie, dat ik raar loop, dat ik veel te dik ben, enz. 

Je snapt wel dat ik dat erg vind, hé Elise? 

Tegen Joanina praat mama altijd zo vriendelijk, ze slaat Joanina ook veel minder en reklameert weinig op Joanina. Gewoon omdat Joanina zo verdrietig kan kijken en ik niet. Het is vreselijk vervelend om zo'n mama te hebben. 

It's very common for narcissistic mothers to have a golden child and scapegoat dynamic going on in their family. Golden children are idealized, while scapegoats are devalued and even discarded (neglected or disowned). The scapegoat is, as the name suggests, the person on whom all the ills of the family are projected. ... They can do no right. 

Ik kijk enorm veel in de spiegel en beeld me in dat ik iemand anders zie. Die doe ik dan na. Niet speciaal iemand, maar een type iemand. Niemand zou mij missen denk ik als ik dood was. Maar ik wil niet dood. Ik wil blijven leven, maar in mijn eigen fantasiewereld. Ik droom graag over dat ik heel veel vriendinnen heb, of dat ik arme kindjes zonder ouders kan helpen, of zieke kindjes. Dromen is heel leuk. Fantaseren ook, en dat doe ik ook veel. 

Often times, children create imaginary friends to cope with traumatic events. If these children are in a household that’s full of abuse – be it physical or emotional – imaginary friends are a coping mechanism that allows them to feel wanted and safer. As stated above, these imaginary friends can help console them or even distract them from the events that are unfolding.

Ik dans ook enorm graag. Ik dans elk moment dat ik kan. Ik doe bewegingen na, oefen ze in, vind nieuwe uit en zo. Ik teken ook erg graag. Maar haast altijd kleine, verdrietige kinderen, omdat ik me zo voel. Maar in de spiegel lach ik naar mezelf, want ik vind het heerlijk als iemand vriendelijk naar me lacht. 

Ik word graag gefilmd, maar niet door mama. Ik poseer ook graag. Mama trekt nooit speciale foto's en dat vind ik wel jammer. Maar toch ook weer niet, want voor mama poseer ik niet zo graag. 

 

 

November 1997

Je mag je niets aantrekken van wat anderen zeggen, zeggen ze...

Maar hoe kan ik mezelf aanvaarden, mezelf respecteren, trots zijn op mezelf zoals ik ben, als zij me elke dag dieper de grond in boren. Ze spotten met mij zoals ik ben. Ze minachten me. Zij slaan mijn 'ik' waar ik ooit trots op was kapot. 

Hoe kan je jezelf ooit verdedigen als je je schaamt om alles wat je bent? Als je eigenschappen hebt, die ze niet begrijpen en dus ook niet waarderen. Je kan dan niet anders dan die eigenschappen weg te stoppen. Zo leer je om jezelf te ontvluchten en te doen alsof je één bent van hen, de massa. Een miniscuul deeltje van de massa. 

En zij, die óók anders zijn, en alles wat je eens zo trots op was wél kunnen waarderen, zien niet dat je anders bent want je eigen specialiteiten, talenten en gaven zitten verstopt. Ze er weer uithalen en ze tonen is moeilijk, want je hebt gezien en gevoeld dat ze waardeloos zijn. Dat je niet niks bent. 

Hoe kan je dan nog van jezelf houden? Hoe kan je dan ooit respect hebben voor jezelf? 

Alleen lukt het nooit. Dan, denk ik, heb je iemand nodig, die je helpt om je talenten te laten zien. Om je te tonen dat je niet niks bent. Niét een miniscuul deeltje van de massa. Iemand die houdt van om hoe je ooit geweest bent. 

Slechts weinigen zijn in staat om zo ver in iemands hart binnen te dringen. Pas als iemand van je houdt, van je échte ik, niet van je massa-eigenschappen, kan je er trots op zijn en ze tonen, en houden van jezelf.

 

27 december 1997

Mama zei daarnet dat ik misschien op internaat kon gaan in Gent. Leuk he! Dan moet ik niet meer naar het college!! Joepie!!!

 

In januari 1998 was er een ruzie thuis waarvan ik me enkel nog herinner dat ik me toen realiseerde dat de grenzen van mijn moeders gedrag nog niet bereikt waren. In haar razernij kwam ze op me af om compleet uitzinnig op mij te beginnen kloppen. Het feit dat ze zo buiten zichzelf was en helemaal geen controle meer over zichzelf leek te hebben deed me inzien dat zij het spel met andere spelregels speelde dan wij, en dat dit spel niet te winnen viel.

Dat besef is toen heel diep doorgedrongen en heeft de basis gelegd voor de dynamiek de jaren nadien.

 


Januari 1998

Hoi Elise, 

Ik ben ok. Mama is altijd maar kwaad op mij en mijn nek doet pijn van haar kloppen. Ik vind het jammer dat ze zo boos is telkens. Ze is ook kwaad op papa en ze heeft nog enkele foto's van familie van papa gescheurd. Ze was echt woest. 

Gelukkig vind ik het niet zo erg meer dat ze kwaad is op mij. 

The child coping with abuse may attempt to minimise the act of abuse or the effect it had on them. Children who are minimising may tell us only half of the story or tone it all down. They are not lying: they are making the situation small enough to cope with.

 

Overmorgen krijg ik waarschijnlijk van mijn tante een kopie van 'Dangerous' (Michael Jackson). Leuk he? Ik verheug mij er echt al op. Mama zegt dat ik niet het hele huis moet besmetten met Michael Jackson. Ze vindt klassiek veel beter. Maar daar kan je niet over oordelen denk ik. Muziek is muziek. Muziek kan niet goed zijn of slecht. Muziek, daar moet je van houden, en iedereen heeft een andere smaak, toch? 



Eind januari 1998

Hoi Elise, 

Ik wou je al zo lang schrijven maar het kwam er steeds niet van. Deze maand mocht ik niet naar de tekenacademie van mama omdat mijn punten op school niet goed genoeg waren, en ik miste Jona zo! Vandaag heb ik gelukkig wel Jona gezien (ik zat op de bus) en hij zwaaide!!! Ik werd bijna rood, maar gelukkig toch niet. 

Ik voel me echt ongelukkig want ik voel me zo alleen. Kun je het je een beetje voorstellen hoe het is, om steeds maar geminacht te worden, om bespot te worden, om gepest te worden, om met niemand je verdriet te kunnen delen?

Kun je het je voorstellen, dat je slechte punten haalt op school, dat je moeder daardoor zegt dat je je hobby’s moet laten vallen, waardoor je je allerbeste vrienden niet meer kan zien, met als gevolg dat je je zo verlaten voelt en niet meer kan slapen? Kun je het je voorstellen hoe het is om dan overdag er zo suf bij te lopen, je in de klas je niet kan concentreren, en daardoor slechte punten behaalt? 

Elise, ik HAAT dit zo, om steeds maar vrienden kwijt te raken, en ik zie echt niet hoe ik aan nieuwe vrienden kan geraken. Ik zou zo vreselijk graag op internaat gaan en daar nieuwe vrienden maken. Het kan me niet schelen op welke school, als ik maar graag gezien ben. 

Ik heb echt geen doel meer.

Ik bid elke avond. 

Ik hou wel van mijn familie, maar dat is anders. Ik zou zo graag een vriendin hebben aan wie ik alles kan zeggen. Op school loop ik maar wat alleen rond of ik ga naar de wc of naar de studie. Waarom zou ik zo anders zijn? (...) 

Ik ben net als een vulkaan die vanbinnen borrelt en kookt, en er vanbuiten heel braafjes uitziet. Maar ik zal nog wel eens openbarsten!

(...)

 


21 februari 1998

Liefste Elise, 

Mijn vorig dagboek is vol dus begin ik maar aan een ander. Ik heb het vorige dichtgeplakt en ik ga er niet meer in lezen. Of misschien later nog eens, als ik groot ben.

Mama had voor een maand mijn cd's en zo afgepakt, maar nu heb ik ze terug. Als ik naar mijn muziek luister voel mij als het ware 'wegglijden'. Ik moet dan vaak wenen.

Voor de rest is mijn leven niet veel soeps: in de klas is het saai, met Valerie en Ellen gaat het goed en mama vindt me nog steeds een oen, ze zegt dat ze hoopt dat mijn zusjes niet zoals ik worden, en ik denk niet dat dat een compliment is. 

 

 

April 1998

Lieve Elise, 

Vandaag ben ik naar de film 'Titanic' geweest in de cinema. Het was een heel mooie film maar het is zo erg dat dat allemaal écht gebeurd is! Je zag de dode mensen en kindjes op het water drijven. Bijna alle kinderen waren ontzettend paniekerig, huilden om hun mama of hun papa... Vreselijk!

Ik weet niet veel meer te zeggen behalve dat ik vind dat mama veel te streng is. Ik zou zou graag eens zélf mijn kleren kiezen maar ik mag niet. Mama kiest dan zo sjieke kledij maar ik voel me helemaal niet zo sjiek. Met kledij druk je toch een heleboel uit over je persoonlijkheid, vind je niet? Ik hoop dat het snel betert. 

 


1 mei 1998

 Hoi Elise, 

Ik heb niet veel te zeggen behalve dat mama weer vriendelijk is en dat ik haar heel graag zie (en papa en Joanina en Amelie ook natuurlijk) en ik daardoor veel meer mijn best wil doen op school. Volgende week ben ik jarig. Hopelijk denkt er iemand aan: 15 jaar! (bijna volwassen > wil ik nooit zijn).



5 mei 1998

Hoi Elise,

Ik wil je zoveel zeggen, maar het komt er nooit van. Ik mis je oneindig veel, en ik heb nog altijd geen (echte) vriendin. 

Vorige week was het een vreselijke week. Op de muzikale avond zei Sander, toen ik naast Lieke zat: "Uw vriendin zit naast u, ze zal u nog de hele tijd achtervolgen, gelijk dat ge gedacht had". Ik was heel erg ontgoocheld, en nu nog. Ik dacht dat ze mij graag had! Weer een vriendin kwijt. 

En toen ik diezelfde week aan Ellen vroeg om met haar te gaan eten, raakte ze haast in paniek:

- Ja, maar ik ga in de klas eten met de rest van mijn klas

° En mag ik dan niet mee?

- Euh, maar ze vinden u nogal een rare. 

° En dan? Iedereen vindt mij raar. 

- Maar ik weet niet of het mag van de leerkracht. 

° Mogen jullie daar dan wel eten? 

- Weet ik niet

° Waarom mag ik dan niet mee? Ben ik besmettelijk of zo? 

- Nee, eh... eh...

° Of is het om je 'imago' misschien? 

- Ja, eh, je mag wel hoor, maar ze hebben dat niet zo graag

° Ze willen zoveel niet

- Jah, eh... 

Einde gesprek, en ik ben wél met haar gaan eten. Ellen is géén vriendin. Als je je moet schamen om je vrienden, dan is het geen echte vriendin. Ik schaam me toch ook niet om met Ellen te lopen? Of ben ik echt zò onwezenlijk? Ik vraag me zo vaak af waarom iedereen een hekel aan mij heeft. Zie ik er raar uit? Praat ik raar? Kijk ik raar? Ik snap niet waarom ze mij niet kunnen aanvaarden. 

Morgen ben ik jarig, maar ik ga NIETS uitdelen. Als zij het te lastig vinden om mij te aanvaarden, doe ik ook niets voor hen. Oh Elise, ik zou zo graag een goeie vriend(in) hebben, die voor mij veel betekent, maar waarvoor ook ik iets kan zijn. Als ik dood zou zijn, wie zou me dan missen? Amelie, Joanina, mama en papa en Mamandine ook wel. Mijn familie dus, maar daarbuiten NIEMAND! Heel misschien Jona of Margot, maar dat is dan ook alles op deze aarbol. Ik mis je zo Elise. Zo oneindig.

 

Twee jaar later schreef ik het volgende over die periode in het derde middelbaar:

Ik probeerde thuis over de problemen van school te praten maar mijn ouders begrepen het niet. Ze zeiden dat het wel zo erg niet zou zijn, dat ik het moest vergeten en ik niet moest luisteren naar wat ze zeiden. Mijn moeder dacht vaak dat ik overdreef, terwijl ik echt wel de waarheid zei. Ik heb erover proberen te praten met Jona maar hij was niet geïnteresseerd. Ik heb niks aan Margot gezegd omdat ze zo lief is en ik wou niet dat ze vond dat ik teveel zelfmedelijden had. Uiteindelijk zei ik toen op school niets meer, vaak zei ik een ganse dag helemaal niks. Mijn zelfvertrouwen was echt heel laag en ik vond mezelf lelijk, stom, kinderachtig en idioot. Ik haatte die meisjes, ik haatte de hele school, ik haatte onze hele maatschappij waarin ik niemand vond die me wou of kon begrijpen, maar meest van al haatte ik nog mezelf.

Omdat ik de confrontatie met de anderen niet meer aankon, begon ik me over de middag op te sluiten in de toiletten. Ik kocht dan vaak een belegd broodje waar ik een hele middag over deed om er langer van te genieten. Daarna probeerde ik het weer uit te kotsen omdat ik bang was te verdikken. 
 
Tijdens mijn momenten in de toiletten schreef ik ook vaak alles van me af op wc-papier. Die repen tekst spoelde ik door, omdat mama ze niet zou vinden en omdat het me een goed gevoel gaf het van me af te schrijven en te zien verdwijnen. Ik pijnigde mezelf, want als je ergens anders fysiek pijn hebt dan voel je die pijn in je hoofd niet meer. Het hielp bijna niet. Ik wiegde mezelf, ik praatte heel veel tegen mezelf om mezelf te doen geloven dat ik niet alleen was. Ik ging echt kapot van eenzaamheid. Ik wou dood zijn maar ik had de moed niet om zelfmoord te plegen.

Kun je je voorstellen hoe het is om iedere middag een uur en twintig minuten in zo’n klein duister wc-hokje opgesloten te zitten? Ik had een speciale houding bedacht die goed zat en zo kon ik luisteren naar de andere kinderen die lachten met hun vriendinnen en gelukkig waren. Zouden ze geweten hebben hoe ik daar iedere middag zat? Ik deed als een gehandicapte: wiegen, wiegen, wiegen, en zacht neuriën. Ik zei voortdurend mijn eigen naam tegen mezelf, om de eenzaamheid te verdrijven. Ik praatte tegen mezelf, kroop in een bolletje tegen de muur, ineen gedoken. Ik voelde me er veilig: niemand zag me, niemand miste mee. Het was vreselijk en toch genoot ik ook van die momenten. Ik genoot ervan om alleen te zijn, omdat ik er toch maar in de weg liep van anderen. Ik genoot ervan om alleen te zijn met mezelf, ergens waar niemand mij kon kwetsen. Als de bel ging kwam ik uit de wc en had ik hoofdpijn door het felle licht omdat ik aan het weinige ligt in de wc’s gewend geraakt was. 

Het was zo’n afschuwelijke tijd. Het heeft mij oneindig veel veranderd en me de wereld laten kennen. Het heeft me gebrandmerkt, echt waar. Hoeveel ik toen niet geweend heb...! Ik voelde me depressief, ik haatte mezelf, maar ik haatte ook de anderen. Ik werd haast krankzinnig.

 

Eén lange reep beschreven wc-papier plakte ik wel in mijn dagboek:

Ik zit hier nu op de wc op school. In dit hokje breng ik nu de middagpauzes door. Zo ziet niemand dat ik geen vriendinnen heb, snap je? Anders word ik toch maar gepest. Ik haat dit zo. Heel dit leven haat ik. Door die minachtende woorden van mama raak ik al mijn zelfrespect kwijt, en ik betrap mezelf er voortdurend op dat ik anderen zoveel hoger acht dan mezelf. Terwijl ik toch evenveel waard ben als zij, of niet? 

Mijn schedel is zo'n puinhoop. Als ik niet vlug een vriend(in) heb, stort ik volledig in. Waarom wordt IK altijd gepest? Iedereen minacht me. Volgend jaar mag ik waarschijnlijk naar een andere school. Hopelijk zal het daar beter zijn. Ik voel me zo hopeloos. Ik doe toch niemand kwaad en toch vinden ze me een beu mens. Ze behandelen me als een vlieg: als ik niet in hun buurt vlieg, zeggen ze niets, kom ik wat dichter, dan maken ze kwetsende en heel pijnlijke opmerkingen en zeg ik hen iets, dan slaan of duwen ze me weg. Ik voel me een stront. Zo behandelen ze me toch. Maar dat leventje als profdrol bevalt me niet zo echt. 

PS. De laatste keer dat ik je als 14-jarige schrijf. Morgen word ik 15. Normaal gezien is dit de mooiste tijd van je leven, schijnt het. Amaj, wat voor een vreselijk leven ga ik dan niet tegemoet!

 

Toen het mijn verjaardag was zei mama niets. Ze stuurde wel een verjaardagskaartje naar Karen (de dochter van een vriendin van mama, die rond dezelfde periode jarig was) met wat geld in de enveloppe. Ze liet aan mij weten dat Karen dat die verjaardagswensen wel verdiende omdat zij wél slank was, betere punten had op school, op een betere school zat en een ‘droomdochter’ was, en ik niet.

 

 

Eind mei 1998

IK HEB EEN VRIENDIN!!!!!  Margot! 

Ik ben echt zo enorm blij!! Ik had haar geschreven dat het zo lastig was op school en thuis, en ze heeft teruggeschreven dat ik wél lief en mooi ben en dat ik niets moet geloven van mijn moeder en de kinderne op school. Ik hou zo van haar omdat ze mij getoond, gezegd en geschreven heeft dat ik WEL iemand ben. Ze is een echte engel, een schat. Toen Margot naar huis zou vertrekken zei ze plots: 'ik ga u een zoen geven'. En ze heeft mij écht een kusje gegeven. Lief he?!? Ik ben zo gelukkig, echt...

En nog goed nieuws, op school zijn ze al stukken vriendelijker. Dat komt door Margot. Ze heeft mij geholpen, moed ingesproken, mijn leven weer zinvol gemaakt.

 

 

30 juli 1998

Elise, 

1. Margot en Jona schrijven niet terug!

2. Ik mag toch niet veranderen van school

3. Ik mis je!

Drie keer slecht nieuws dus. Ik ben zo bang. Ik wil Jona en Margot niet verliezen. Ik hou zo van hen. Waarom schrijven ze niet terug? Ik mis iemand die luistert. Weet je wat ik voel? Onmacht. Pure onmacht. Ik weet niet wat ik moet doen om Jona en Margot terug te laten schrijven. Ik mis hen zo. Misschien schrijven ze nooit terug. Dit is zo ellendig. Ik heb hen echt nodig. Ze zijn zowat mijn enige echt goede vrienden. Wat kan ik doen?!? Niets. Enkel en alleen wachten... en wachten... en wachten... en verschrikkelijk bang zijn om een van de dierbaarste dingen te verliezen: echte vriendschap. 

Ik had zo gehoopt dat ze mij écht leuk zouden vonden. Misschien is het allemaal een grote leugen. Is het mijn fout? Elise, help mij!! Ik mis je zo. Waarom laten jullie mij alleen? 

Weet je wat ik voel? 

Angst, verdriet en onmacht. 

Begrijp je hoe vreselijk dit is? 

Begrijp je dat dit een hel is? 

Ik weet niet wat ik moet voelen, misschien moet ik wel kwaad zijn. 

Wie helpt mij? 

Please, I need you!

 

 

21 augustus 1998

In augustus mocht ik op sportkamp in Louvain-la-Neuve. Om me te troosten voor de moeilijkheden op school, had mama voor mij wat ‘merkkledij’ gekocht: een oranje topje van Adidas, een zwarte jogging van Nike en zwarte Nike Air Maxen. Ik was zó blij en voelde me zo goed met deze mooie kleren!!!

Op kamp gaan was voor mij en mijn middelste zus altijd een feest. Tijdens zo’n week konden we een hele week alles van thuis vergeten en helemaal onszelf zijn. Voor mezelf was dat echt een week waar ik alles achter mij kon laten en me niéts aantrok van alles wat ik thuis geleerd had. Als kind hield dat bv. in dat ik bij het ontbijt suikerklontjes meenam voor in mijn broekzak (want thuis mochten we heel weinig dingen met suiker en werd alles wat ons eten betrof zéér strikt vastgelegd), die ik dan gedurende de hele dag opat. Meestal was ik na een week kamp wel een paar kilo bijgekomen. Toen mijn moeder dat doorhad moest ik telkens voor een kamp op de weegschaal gaan staan, en na het kamp ook, en als ik bijgekomen was moest ik dan boete betalen aan mama.

 

Elise, 

Sorry dat ik zo lang niet schreef. De vakantie is nu bijna voorbij en er is fantastisch veel gebeurd. Ik zal vandaag een deel schrijven en morgen de rest, ok? Dus zal ik maar beginnen met mijn kamp in Louvain-la-Neuve. Het was daar ongelooflijk. Het was alsof ik een ander mens was. Ik was de populairste van de hele groep. Onbegrijpelijk! Plots had ik zoveel vriendinnen! 

Tijdens het sportkamp logeerden er in het gebouw ook een groep jongens uit Moldavië. Wij, meisjes, natuurlijk vreselijk nieuwsgierig, gingen direct vragen wie ze waren en zo. Ze konden een beetje Engels en wij ook. 

De eerste dag al vroeg een jongen mijn adres. Ik was natuurlijk stomverbaasd. Een paar jongens vroegen 'to go for a walk' wat ik uiteraard niet durfde. Toen we 's avonds hockey speelden kwamen er ongeveer 30 jongens kijken en weet je wat? Ze keken haast allemaal naar mij. Ze vroegen ook aan andere meisjes van mijn groep hoe ik noemde en toen begonnen ze te roepen 'Eleonora, Eleonora' en te fluiten en 'psst' te roepen. Echt waar. 

Iedere keer als ik een van de jongens tegenkwam zeiden ze goeiedag. De dag dat we naar huis zouden gaan wilden enkele jongens nog een foto met mij. Dat vond ik wel leuk, maar toen de andere jongens dat zagen wilden ze ook allemaal een foto met mij?? Er stonden wel 15 jongens!! Sommigen trokken zelfs 6 foto's. Van mij. Dat was heel erg raar - een heel jaar gepest worden en dan ineens zoiets meemaken. 

Sorry, ik wil geen dikke nek zijn, misschien vind je dat wel maar ik vond het zelf zo'n fantastische ervaring dat ik het je wou vertellen. 

De laatste dag deed één van de jongens teken dat ik naar hem moest komen. Ik kon echt niet want ik was nog niet klaar met eten en dan mochten we niet van tafel. Die jongen schreef daarop wat op een briefje, en gaf het aan een andere jongen die het aan mij kwam geven. Er stond op: 

"Hallo Eleonora. I friend yours. You like me and I love you. Bob"

Ik was een beetje in paniek want hoe vertel je een jongen van meer dan 18 (bijna een man dus) dat je niet verliefd op hem bent?? Ik vind mijzelf helemaal niet mooier, of leuker of zo dan andere meisjes. Maar ik ben nu toch weer heel blij en trots op mijzelf. Iedereen heeft het recht om trots te zijn op zichzelf vind ik. Trots zijn is iets heel anders dan dikke nek zijn. 


 


Reacties