5e middelbaar

Ik ben Eleonora, ik zit in het 5e middelbaar en ik ben 16 jaar oud. Ik woon samen met mijn moeder, mijn vader, en mijn zusjes Joanina (2e middelbaar) en Amelie (3e leerjaar).


September 1999  – briefje aan Quentin

Ik ben opgestaan om 7 uur, ik heb gegeten en ben dan naar mijn kamer gegaan om de brieven te verstoppen die ik gisterenavond had geschreven. Daarna heb ik gestudeerd tot 11 uur, dan heb ik orgel gespeeld en ondertussen heeft Joanina de aardappelen geschild. Gelukkig maar, want ik hou niet zo van aardappelen schillen. Na ongeveer 45 minuten orgel spelen heb ik de tafel gedekt en heb ik een salade gemaakt. Mijn vader was er niet want iemand van mijn familie is gestorven. Na het eten heeft mijn moeder me gevraagd om slagwerk te oefenen, ook al kan ik mijn nummertje helemaal. Ik heb nog 30 minuten slagwerk gespeeld, dan heb ik nog gestudeerd en getekend, daarna heb ik mijn kamer gedweild en de trap. Ik heb pannenkoeken gegeten met Joanina, mama en Amelie en nu schrijf ik naar jou. Mijn moeder is goedgehumeurd dus ik ook, behalve dat ik jou heel erg mis.

Mijn moeder zei daarnet dat ik zo moeilijk vrienden vind, dus als ik jou tof vind, dat je zeker wel leuk moet zijn. Ze zei ook dat ik veel volwassener ben sinds we samen zijn. Ze zegt dat ik mijn verantwoordelijkheid beter nemen, dat ik betere punten heb, dat ik alles zelf beter regel, dat ze zich bijna niet meer met mij moet bezighouden. Ze zei dat je echt super bent, dat het dankzij jou is dat ik veranderd ben. Ze hoopt voor mij dat ik met jou de echte liefde gevonden heb, want ze zegt dat zij teleurgesteld is geweest in mijn vader en ze hoopt nu dat ik de ware liefde, die zij altijd gezocht heeft maar nooit gevonden heeft, dan toch bestaat.

Ik vind het wel jammer voor mijn opa dat hij het blanke ras ‘superieur’ vindt. Mama was aan de telefoon aan het vertellen over jou, en het was allemaal ok, tot hij hoorde dat Quentin geadopteerd is. Dit is iets dat ik nooit zal begrijpen.

 

November 1999

 

Drie maanden waren we ‘samen’. Wat toen gebeurde hàd ‘normaal’ kunnen zijn, maar het was dat absoluut niet omwille van details die ik liever niet deel (als ik er woorden op zou plakken, zou wat daar gebeurd is tastbaar en reëel worden, en het feit dat jij (die dit leest) zich dan alles zou voorstellen, zou je misschien ook doen walgen van mij. Ik zou mezelf zien door jouw ogen, en ik zou zo nog meer gaan walgen van mezelf).

Daarnaast speelde het feit dat ik hem niet kwijt wou. Ik was emotioneel zo vreselijk kwetsbaar. Ik durfde tegen hem niet zeggen wat ik dacht. Ik was compleet in de war en durfde dat niet te zeggen of te tonen. Ik had niémand buiten hem

Ik kon alleen maar “Nee.. Nee.. Stop, stop, stop!” schreeuwen zonder enige klank uit te brengen, en hopen dat het snel voorbij zou zijn. Zo gebeurde het verschillende keren. Die momenten lieten diepe emotionele wonden na.

Ik sprak met niemand. De schaamte was te groot.

 



Mijn diepe, pijnlijke wonden werden enkele weken nadien door mijn ouders, alsof het allemaal nog niet genoeg geweest was, volgestrooid met zout.

Uitspraken zo pijnlijk, dat ik ze nog steeds niet gezegd of geschreven krijg. Ik zweeg, en stierf. Mijn ouders waren woest. Ze bekeken me met afschuw, en ik walgde van mezelf zoals zij walgden van mij. De walging en ontzetting waarmee ze tegen mij reageerden keerde ik volledig tegen mezelf. Ik zag maar één uitweg: ik moest en zou boeten voor wat ik gedaan had.


Ik had niet “nee” gezegd….

ik had het alleen maar met een oorverdovende stilte uitgeschreeuwd,

gehuild met reeds opgedroogde tranen,

gezwegen met woorden die ik al lang ingeslikt had…

precies zoals alle andere keren dat er thuis over mijn grenzen heen gegaan was

 

Zwevend in het niets
In het ijle
Zoekend naar houvast
Zoekend naar antwoorden
Op nooit gestelde vragen
Die er nooit
Nooit meer zullen komen.
Misbruikt?
Gebruikt.
Gebruikt en achtergelaten
Opengereten
Naakt
Tot in je binnenste geraakt
Door de snijdende pijn van herinneringen
En dan dat zwijgen...
Het zwijgend verdrinken in je eigen pijn
Hopen dat iemand ooit begrijpt
Maar weten
Dat er maar één uitweg is:
Wachten.
Wachten tot het mes van herinneringen bot is
En het niet meer snijdt...



 

Januari 2000

En toen was er de spijt. 

 

Kapot… kapot voel ik me. Mijn diepste gevoelens zijn gekwetst. Naakt ben ik, en ik heb niets meer om me te beschermen. Woorden komen op me af. Ik hoor de woorden maar ik begrijp ze niet. Ik besef alleen dat alles misloopt.

Mijn wereld stort ineen, mijn zelfvertrouwen is in één klap verdwenen. Ik ben een slappeling, een lafaard, ik schaam me zo dat ik niets meer durf te zeggen. Ik kán trouwens niks zeggen. Dit is zo afschuwelijk. Dit mocht nooit gebeuren. Ik wil mezelf kloppen, slaan, ik wil mijn ogen uitkrabben, mijn haar uittrekken. Mijn borsten haat ik, dat andere nog meer.


Het doet pijn, zo verschrikkelijk veel pijn, het brandt. Die woorden… die woorden maken me misselijk. Ik voel me zo schuldig. Ik haat mezelf zo verschrikkelijk.

De woorden hieronder zijn de woorden die mijn moeder toen gebruikte om me te straffen en me te verwijten voor wat er gebeurd was. 

Rotkind.

Godverdoms rotkind.

Sfeerverpester.

Hoer. 

Rotkind.

Hoer.

Rotkind.

HOER!!

Hoor je Eleonora, je bent het niet waard om ‘Eleonora’ te noemen, je bent het niet waard te ‘zijn’. Je bent het niet waard om van een ander te houden, je bent het niet waard om geliefd te zijn. Je liegt, je bedriegt, je bent je leven niet waard. Een rotkind ben je, en dood moet je zijn.

Nee, niet dood maar levend. Lijden moet je. Dit rotkind moet gestraft worden. Je bent jezelf niet waard. Kapot ben ik, door en door rot, vals, dom, lelijk. Waarom moest dit. Waarom deed ik zo dom. Waarom, Eleonora? Rotkind. Walgelijk ben je. Zestien jaar en walgelijk. Ziekelijk en misschien wel écht ziek. Doodsbang. Van mijn eigen leven ben ik bang.

Wat als mijn lijf echt ziek is? Dit lichaam hoort niet meer bij mij. Het is een schande. Ik schaam me enorm. Kan iemand zich voorstellen hoe ik me schaam? Papa!!! Het spijt me zo! Ik wil het niet! Ik wil dit niet, zwijg toch alsjeblieft, zeg dat alsjeblieft niet papa, hoor je me?? Nee, je hoort me niet, want ik zwijg, ik schrok, ik snik, ik ween en ween, maar wat maakt het uit. Wat gebeurd is is gebeurd, ik heb mezelf kapot gemaakt.

Ik schreeuw het uit, ik roep en gil en tier… maar het blijft stil. Geen woorden meer, wel de betekenis van de woorden. Steeds weer hoor ik die ene zin, steeds weer die toon, steeds weer hoor ik dat verwijt, die afschuw in papa’s stem. Die ene zin die blijf ik horen. Ze maakt me kapot. Binnenin mij breekt iets, ik kan me niet voorstellen dat dit ooit goed komt. Steeds weer hoor ik die enkele woorden, het antwoord op de vraag die ik nooit had mogen stellen. Met alles wat ik ben verlang ik maar één ding: ik hoop dat er nu een bom op ons huis valt en dat alles weg is. Weg die erge pijn, weg de spijt, weg het enorme schuldgevoel.

Een goede dochter wou ik zijn, maar ik ben het niet. Ik deug niet, ik verpest het leven van mijn moeder en misschien ook van mijn vader. Een misbaksel, een foutje van de natuur, of nee, van mezelf. Ik haat mezelf, ik kan mezelf wel doodkloppen, zo woedend ben ik op mezelf. Onvergeeflijk is wat ik deed, maar ik zal ervoor boeten. Dit rotkind zal meer dan ooit beseffen wat voor dwaas en walgelijk rotkind ze is.


 

Februari 2000

In die periode braken mijn eetproblemen pas echt helemaal door. Het duurde niet lang voor mijn leven er volledig door overheerst werd. Ik leefde als een junkie van shot naar shot. 

Eating disorders often begin as a means of trying to control a situation, but often end up controlling the person.

 

Boeten zal ik. Ik leef met een geheim, een geheim dat me kapotmaakt, maar wat geeft het, ik ben toch maar een rotkind. Niemand weet hier iets van, wie zou ik nu iets zoeken achter dat blije vrolijke masker?

Kijk, dat optimistische meisje dat altijd lacht.

“Ja mevrouw, meneer, ik ben een gelukkig kind. Ziet u hoe gelukkig? Ik straal gewoon (…). Zoek maar niet achter mijn masker want erachter zit een rotkind.”

Ben ik normaal? Nee, ik ben niet normaal, omdat ik een absoluut afschuwelijk kind ben dat ongelofelijk lelijk is en het echt niet meer ziet zitten.

De B van braaksel. De O van ongeloofelijk rotkind. De U van domme uil, zie je mama, dit woord past bij me, je hebt gelijk, een domme uil ben ik. De M van mama, van de mama die zo graag vertelt dat ze nooit meer kinderen wou toen ze het vreselijke schepsel genaamd Eleonora zag. Nu ben ik nog mis ook. Eerst komt de L natuurlijk. Eleonora, dwaze oen die je bent, de L van luilak want dat ben ik ook. Ik doe nooit iets thuis. Liever lui dan moe. De I van ik ik ik, want ik ben een egoïst. Dan pas komt de M van mama. De M van maniak. Opnieuw de I van ik, want ik ben zelfs dubbel zo egoïstisch als je dacht. De E van Eleonora. Ik ben ziek in mijn hoofd. Kotsmisselijk ziek. Vetzak die je bent. Vette olifant. Ja mama…. ik ben inderdaad een vette olifant. Zie je mama, de vette olifant is doorgedraaid, je zou haar beter afmaken.

Dat waren allemaal dingen die mama letterlijk tegen me zei… heel, heel vaak. Tot ik de kracht niet meer had om ze te weerleggen in mijn hoofd, ik me erbij neerlegde en moedeloos aanvaarde dat dit inderdaad was hoe en wie ik was.

 

Maart 2000

Ik vermager. S… is iets beangstigend. Ik ben bang voor … en iedere vorm van driften. Ik wil voldaan zijn, een gevoel hebben van voldoening en bevrediging, maar ik wil niets met … te maken hebben, ik walg ervan.

Quentin... alles lijkt zo absurd. Zo chaotisch, zo leeg. Ik was te naïef om op te komen voor mezelf. Jij te naïef om te begrijpen wat je me aandeed, en hoe je al mijn dromen kapotmaakte. Hoe je mij kapot maakte.

Soms wou ik dat je wist wat je met me gedaan hebt. Hoe je me niet verdrinken in die eindeloze leegte, die chaos, die wanhoop. Hoe je me achterliet in een lichaam dat het mijne niet meer lijkt te zijn. Hoe ik mijn lippen, kapotgekust door jou, niet meer durfde te gebruiken. Hoe ik alle beschuldigingen van mijn ouders slikte en alleen mijn mond nog opende om alles eruit te kotsen. Hoe ik beetje bij beetje kapot ging door die kwetsende woorden. 

Woorden die me keer op keer en nu nog steeds ineen doen krimpen. De tranen die niemand mag zien omdat ik me schaam. De schaamte als iemand naar me kijkt, als iemand tegen me praat. Schuldgevoelens omdat ik niet eens voor mezelf kan opkomen. Omdat ik je haat. En omdat ik van je hou.

Mijn lichaam. Het is het mijne niet meer.

Misschien is het maar beter zo. Geen houvast. Zwevend in het niets. Zwevend in de pijn. Herinneringen. Ze zijn er, steeds weer. Even scherp en snijdend. Gebruikt. Achtergelaten. En niemand die iets weet.

Een mens kan veel verdragen. Wat anderen zeggen hoef je je niet aan te trekken. Het is makkelijk gezegd… zonder basis heb je niks om op te bouwen. Zonder basis krijg je jezelf niet meer overeind. Een huis krijg je niet gebouwd met gebroken stenen. Met gebroken stenen kan je niets heropbouwen. 


April 2000

Ik leef niet meer, ik overleef. Ik krijg opmerking dat ik veel vermager.. Ik pieker alleen maar. Ik sluit me helemaal af.

Sorry mama, sorry papa. Ik lieg en ik bedrieg. Ik lieg tegen jullie. Jullie willen dat ik niet meer liefheb. Het mag niet meer. Houden van is slecht, het is verkeerd. Trouwens, ik kán van niemand houden. Ja mama, je hebt gelijk, dit rotkind kan van niemand houden. Dit kind denkt alleen aan zichzelf en nooit aan een ander. Stoppen lukt niet. Ik ga door en door en draai door en door en door. De spiegel doet pijn, de wereld doet pijn, mijn hart is kapot en bloedt leeg. Bloed maakt plaats voor leegte. Ooit was ik vol, nu leeg, zo leeg… wie weet klap ik straks nog ineen.

Ik heb mezelf niet in de hand. Ik droom, ik denk, ik pieker. De wereld draait door en ik draai in de omgekeerde richting. Ik klop niet, ik ben abnormaal. Niemand bekijkt me raar, niemand kijkt me na, onbegrijpelijk, ziet niemand het dan? Mijn geheim is onzichtbaar. “Kijk dan”, wil ik roepen, “kijk dan, dit kind hier is psychisch gestoord, dit kind word gek van verlangen, van eenzaamheid. Dit gek kind is gek.” Zo gek was ik om van iemand te houden.

Dit hou ik niet vol, langzaam wordt de grip vaster en vaster, ik snakt naar lucht, naar begrip en affectie. Onbegrepen, onaanvaard, ze verafschuwen hem, maar daarmee ook mij. Ik hou van hem, maar ook van hen en daarom haat ik niet hem maar mezelf. 

 

Mei 2000

Die periode was verschrikkelijk. Hoofdpijn, gezwollen speekselklieren, bloeddoorlopen ogen, opgezwollen gezicht, duizelingen, wondjes op de knokkels van mijn handen, maagpijn,… het leidde me af van dat waar ik niet over wilde nadenken. Het overgeven na een vreetbui voelde als het ongedaan maken van een gemaakte fout (eten), net zoals ik mijn andere gemaakte fout (me laten verkrachten) eigenlijk ongedaan had willen maken.

Ik ben leeg. Ik pieker zelfs niet meer. Mama zegt geen woord over mijn 17e verjaardag. Ik weeg nog 56 kg. Niets dringt nog tot me door.

Ik vervreemd van mezelf. Kijk goed mensen, zien jullie hoe gelukkig ik ben? Kijk maar, dolgelukkig ben ik. Stralende glimlach. Een glimlach met daarachter niets. Een zwarte dimensie, leeg. Eindeloos zonder begin. De leegte zuigt als een zwart gat. Mijn hele ik die er vanaf hangt. Een slaaf ben ik. Een slaaf van mij verlangen. Ik heb geen keuze, er is geen ontkomen aan. Waarom vluchten, waarom zich verzetten?

Alles moet eruit: weg verdriet, weg eenzaamheid, weg die rotspijt, weg godverdomme met dat eeuwige schuldgevoel. Ik verpest mijn omgeving. Mijn schuld. Ik ben ongelukkig. Mijn schuld. Mama en papa maken ruzie. Om mij. Mijn schuld. Mama loopt vies. Mijn schuld. Ik kan voor hem geen goede vriendin zijn, ik kan geen tijd voor hem vrij maken. Mijn schuld. Ik beheers me niet. Mijn schuld. Ik lieg en ik bedrieg, ze hebben gelijk, ik ben bedorven. Ik lijk wel lief maar er achter zit totaal iets anders. Tenminste, zo zegt mama. Stom, naïef, idioot, dwaas. Ik heb geen keus, ik moet boeten. Zo kom ik weer met mezelf in het reine. Ooit zal ik genoeg gestraft zijn. Ooit zal ik beseffen dat gevoelens iets zijn dat verdrongen moet worden. Voor dit meisje geldt één algemene regel: onderdruk jezelf, vind niet, denk niet, volg slaafs je moeder. Wat zij zegt is de wet, ja mama, ja baas.

Maar, luister ook naar je verlangen. Misschien vind je er troost in. Prop je vol, verdrijf de leegte, barst net niet uiteen. Stoppen lukt niet. Ik heb pijn, het doet ongelooflijk veel pijn, mijn maag staat gespannen en toch blijft de leegte. Honger heb ik, honger honger naar iets maar ik weet niet naar wat. Hoe raak ik voldaan? Het lukt niet, ik vreet als een varken, ik walg van mezelf, alles probeer ik maar binnenin me blijft de oneindigheid. Het zwarte gat is onverzadigbaar. Altijd verdrietig, het moet er uit.

En zo komt alles er weer uit. Het doet pijn maar dit is mijn straf. Het is mijn eigen schuld, rotkind! Het verdriet gutst eruit, de wc-pot in, en dan ben ik weer leeg, zo vreselijk leeg en uitgeput. Doorspoelen al die ellende. Weg en vergeten. Wat me een voldaan gevoel moest geven is verdwenen en komt niet meer terug. Ik mis het. Zoveel mis ik. Snapt iemand wat ik bedoel? Waarom vraag ik dat ook. Het is zinloos. Het enige dat nog belangrijk is, is die leegte op te vullen. Het is een onmogelijke opdracht maar dat wil ik niet weten. Vreet vreet en vergeet.

 

 

Brief aan Quentin:

Weet je wat mijn moeder tegen mij gezegd heeft? Het meest afschuwelijke dat ze zou kunnen zeggen. Ik had gezegd dat ik graag met de school mee zou gaan naar Frankrijk, ik zei dat het me interesseerde om mensen van een ander land te ontmoeten. Ze antwoordde: "Ja, dan kan je weer verliefd worden en slapen met de een of de andere". Is ze nu echt zo idioot? Ze geeft me schuldgevoelens en ik voel me zo verafschuwd van haar, maar ook van mezelf. Ze maakt mijn herinneringen aan jou kapot. 
Als je me vraagt hoe het met me gaat, dan zeg ik altijd dat het heel goed gaat omdat ik me op dat moment wel goed voel. Thuis is dat wat anders, mijn moeder is echt niet zo vriendelijk tegen mij. Haar opmerkingen doen me altijd zo slecht voelen. Ze bekritiseert me zo, ik kan het echt niet aan. Als ze weer van die opmerkingen maakt voel ik me zo stom, ik voel me echt iemand die in alles mislukt, die dom is en die nooit in iets zal slagen. Ze brengt me van slag en ik haat het echt. Iedere dag begrijpt ze me verkeerd. 

Daarna volgt een stuk dat ik geschreven heb en dat ik daarna helemaal doorstreept heb zodat het quasi onleesbaar was.

Eigenlijk gaat het helemaal niet zo goed.... Ik heb een probleem. Ik weet niet of het echt een probleem is maar het is iets dat ik moét doen. Ik leg het je wel uit als we elkaar zien. Of misschien ook niet. Ik weet niet of ik het je moet zeggen. Missschien is het ook niet zo erg. Je zal het waarschijnlijk toch niet begrijpen dus je moet er maar niet aan denken. 't is ook niet zo belangrijk, 't is eigenlijk gewoon stom.  


Wat belangrijk is, is dat ik me niet goed in mijn vel voel. In het leven heb je dingen nodig die je voldoening geven, bv. zoals wanneer je genoeg gegeten hebt of wanneer je iets doet waarvan je zegt 'Dat heeft me deugd gedaan'. Dat gevoel van voldoening voel ik bijna nooit meer, en dus voel ik me niet goed. Het is alsof ik de hele tijd honger heb, maar zelfs als ik eet en eet... gaat dat gevoel van honger niet weg. Het is alsof ik iets nodig heb maar ik weet niet wat. 
Als mijn moeder dit zou lezen zou zeggen dat ik seks nodig heb maar DAT IS NIET wat ik mis. Misschien mis ik gewoon jou. Ik weet het niet. Ik weet ook niet wat ik moet doen om die leegte niet meer te voelen.

Het doet me deugd om met jou hierover te kunnen praten want ik heb niemand aan wie ik dit allemaal kan vertellen. Gelukkig kunnen we nog naar elkaar schrijven en gelukkig hou je nog van mij ook als ik deze dingen schrijft. Als ik met jou bel of als we samen zijn dan vergeet ik alles en dan voel ik me echt een gelukkig meisje. Als God bestaat dat wil ik hem bedanken dat jij er bent want je bent echt heel heel belangrijk voor mij.

Mijn moeder lacht altijd met mijn puisten op mijn gezicht, maar ik vind ze zelf niet zo erg. Ze zegt dat het mijn eigen fout is, maar dat is niet waar want ik heb ze alleen maar als ik mijn regels ga krijgen.

In mijn kamer heb ik gisteren alles verstopt. Ik neem je brieven en mijn dagboeken overal mee, naar school, naar mijn studeerkamer, om te gaan slapen. Zo ben ik zeker dat ze ze niet kan lezen. ‘s Nachts sluit ik mijn kamer af. 

Nadien heeft ze ze op een bepaald moment toch nog gevonden toen ik ze eens vergeten meenemen was, een deel van die brieven heb ik nooit teruggekregen, en ik durf ze nog steeds niet terug vragen... Als ik ze terugvraag zal ze ze opnieuw lezen en dat wil ik niet. Ik wil ook de pijn en teleurstelling vermijden als ze zegt dat ze ze niet wil teruggeven, of als ze weer kwaad wordt over wat toen gebeurd is.

 

Wat ik zo haat aan mijn moeder is dat ze geen zelfbeheersing heeft. Als ze kwaad wordt begint ze te roepen en begint ze te gooien met dingen: alles wat ze in haar handen kan krijgen. Boeken, schoenen... Ze slaat me in het gezicht, ze schopt me met haar voeten, ze klopt me... maar het ergste vind ik nog als ze me zo hard kwetst.  
Ik had je al eens verteld dat ze me vaak uitlacht: ze weet precies wat ze moet zeggen om me te kwetsen met heel persoonlijke dingen. Ze beschuldigt me van dingen die niet waar zijn en als mensen dat horen, denken ze dat het waar is. Ik kan het dan niet uitleggen of antwoorden, want dan trekt ze het in het belachelijke. Het aantal keer dat ze me heeft doen wenen is ontelbaar. Mijn tante heeft me eens gezegd dat ze het heel moedig vond dat ik nog me zo sterk hield. Ze zei dat ik een heel sterke persoonlijkheid had om daar tegen te kunnen. Dat heeft me verbaasd, en het heeft me echt plezier gedaan. Ik ben er vaak over in de war, maar het eigenlijk hou ik wel van mijn leven. Ik heb dit nog nooit aan iemand verteld op deze manier. Meestal vertel ik niet alles, ze begrijpen het niet of ze willen het niet weten. Eigenlijk heb ik geen echte vrienden die mij echt kennen. Ik heb alleen maar vrienden die me oppervlakkig kennen. Ik heb vaak het gevoel dat ze me niet begrijpen. Ik heb schrik… schrik om vrienden te maken, omdat ik ze dan kan verliezen. De schrik om zonder vrienden te vallen is er nog steeds. Ik heb echt nood aan iemand die naar me wil luisteren.

 

Juni 2000

Quentin en ik hebben elkaar even teruggezien maar mijn slechte gevoel blijft. Ik voel me nog steeds heel slecht in mijn vel. Ik schaam me heel erg, ik twijfel aan alles, ik pieker me suf.

De examens komen eraan. Examens zijn vrijheid. Vrijheid betekent verlost zijn van al die regels, alleen thuis zijn, en kunnen doen wat ik wil. Maar wat moet ik doen... Thuis is niemand, behalve dat kotselijk gedrocht ‘Eleonora’ genaamd. Ik wil maar één ding: van mezelf houden… Maar waarom zou ik. Mijn eigen moeder verafschuwt me. Ik was het allereerste kind en toen wou ze geen kinderen meer. Als dat niet duidelijk is. Als zelfs mijn eigen moeder me niet wil,  hoe kan ík mij dan willen?

Ik walg van mezelf, ik kan mezelf niet uitstaan om mijn onbeheerstheid. Ik schaam me meer dan ooit om mijn eetgedrag. Acht kilo ben ik afgevallen, en als ik op de weegschaal eindelijk de 56 kg bereikt hebt ben ik euforisch blij en tegelijk bang. Niemand mag dit zien. Het is mijn geheim. Ik ben abnormaal, ‘s morgens vreet ik en kots ik, ‘s middags eet ik op school veel te veel en ga dan stiekem naar het toilet. Na school koop ik eten en        als ik thuiskom kots ik het er weer uit. Ik kots meer dan ooit, ik kan ook meer eten dan ooit want mijn maag is helemaal uitgerekt. Gemiddeld drie keer per dag kots ik, en in het weekend soms vijf tot zes keer op een dag. Woensdagnamiddag is al even vreselijk want dan voel ik me zo alleen, en wat moet ik anders dan eten? Niets is leuk alleen thuis. Ik ben er opgesloten, weg van de wereld. Hatelijk. Opgescheept met die onweerstaanbare drang om vrij te zijn.

Ik weet dat dit niet door kan blijven gaan, maar het lukt niet om te stoppen. Als ik stop met kotsen dan verdik ik, en ik nooit meer zo vettig en walgelijk zijn. Ik voel me ongelooflijk slecht in mijn vel en zou alles doen om er anders, mooier, slanker uit te zien. Om een goede dochter te zijn. Om een goede vriendin te zijn. Alles wil ik doen voor mijn ouders. Ik wil hen alles geven, meer dan ik aan mezelf geef, want ik ben toch niet veel waard. Veel te anders dan de anderen, veel te kinderachtig. Minderwaardig.

Sssssssjjjjt zwijg er maar over, want het doet pijn.

 

Juni 2000

Ondertussen houden Quentin al 10 maanden contact met elkaar, sinds januari stiekem. Nog een jaar en hopelijk zal alles dan wat beter zijn. Ik ga sowieso naar de universiteit, dat heb ik me voorgenomen, en ik zal er voor werken want ik wil een hoog diploma. Waarschijnlijk zal ik toch geen Sport studeren maar Politieke en Sociale wetenschappen om dan voor Communicatiewetenschappen te kiezen. Voor de rest is het hier saai, ik verlang erg naar Quentin, ik ben vooral bang onverschillig te worden.

Mijn gewicht overheerst alles wat ik doe. Het ongelofelijk verlangen om te worden geaccepteerd uit zich in een ander verlangen: eten. Een slaaf ben ik, een slaaf van mijn verlangen. Er is geen ontkomen aan, de drang om de leegte te vullen is te groot om aan te weerstaan. De enigen die die leegte kunnen doen verdringen zijn mama en papa, door me Quentin terug te geven. Gelukkig ben ik hem toch niet helemaal kwijt.

Sinds januari zijn we welgeteld zeven uren samen geweest. Het lijkt zo weinig maar het waren zulke prachtige momenten. Ik zou zo graag willen beschrijven hoe het voelde maar het is te intens. Eigenlijk was ik bang dat we uit mekaar zouden groeien maar daarin heb ik me vergist. Vooral de laatste twee keren waren we zo dicht bij elkaar. Ik heb eindelijk tegen iemand helemaal eerlijk kunnen zijn en eindelijk kunnen vertellen waar ik nu al vijf maanden mee zit. De tweestrijd tussen mijn ouders en mijn allerallerbeste vriend, de schuldgevoelens, de leegte, maar vooral dat verlangen.

Natuurlijk heeft Quentin me begrepen, precies zo gereageerd dat ik me opgelucht en stukken gelukkiger voelde zonder anderen te beschuldigen. Gedeeld leed is maar half zo zwaar. (…)

Ondanks dat alles voel ik sinds twee weken opnieuw de diepte dreigen. Ik weet niet waar ik me bevind, ik weet zelfs niet of ik nu gelukkig of ongelukkig moet zijn. Vanbuiten lijkt alles goed te gaan met mij maar vanbinnen is het de onverschilligheid die de kop opsteekt. Hoewel ik nog steeds verlang naar Quentin is het nu minder pijnlijk want we hebben op zijn minst afscheid kunnen nemen. Ik wil niet meer liegen, vooral niet tegen de moeder van Quentin, want ze denkt dat ik een weerbarstig meisje ben en ik denk niet dat dat waar is. Oké, ik lieg meer dan goed is, maar dat betekent nog niet dat ik écht slecht ben. Dat hoop ik toch, want anders krijg ik er weer een zoveelste knagende schuldgevoel bij.

 

4 juli 2000

Vandaag en gisteren heb ik veel gewerkt thuis: de deur van de garage afschuren, met de hogedrukreiniger het terras afspuiten, verven in de praktijk,… Het zijn drukke dagen. Ik moet trouwens dringend weer eens afvallen want ik weeg al meer dan 58 kg. Walgelijk voel ik mij. Was ik maar magerder. Ik neem mij dit nu voor: tegen volgende week woensdag moet ik kost wat kost minder wegen dan 57,5 kg. Dat moet, dan kan ik weer gelukkiger zijn. Ondertussen mis ik Quentin nog steeds heel erg. Ik voel me eens nog steeds zo leeg en ik snak naar een beetje affectie. Was hij maar hier. Ik heb zo zin om hem gewoon te voelen, weten dat ik gerust mag zijn. Als we samen zijn voel ik een onbeschrijflijke vrede, rust, opluchting. Alle spanning valt weg, ik voel me vrij, want hij is de enige bij wie ik zo mezelf kan zijn. Ik kan dit niet goed beschrijven.

 

18 juli 2000

Mijn vierde dagboek al. Ik schiet op! Eigenlijk zou ik zoveel meer willen schrijven, maar het komt er niet altijd van. Eens ik aan het schrijven ben weet ik vaak niet meer wat ik allemaal wou schrijven.

Jammer dat ik geen mooier dagboek vond. Een lekker ouderwets boekje met vergeelde blaadjes of zo zou tof zijn, maar dat kan ik moeilijk aan mama vragen hè, ze verklaart me helemaal zot. Misschien vind ik nog wel een leuk boekje tijdens onze reis in Schotland.

Soms heb ik zo’n zin om iets moois te maken, een gedicht of een tekening of dansje of liedje of gewoon een mooie gedachte, gewoon een drang om iets te creëren dat je voldoening schenkt, dat je een gelukzalig gevoel heeft waarbij je denkt: wat heb ik dat toch mooi uitgedrukt, dat rustige mooie gevoel dat ik voelde.

Weet je waar ik vaak bang voor ben? Dat ik voor ik het weet volwassen zal zijn en geen tijd meer ga hebben om jong te zijn en van het leven te genieten. Nu ben ik jong, nu zou ik me moeten amuseren maar ik word zo opgevoed dat leren en werken aan de toekomst het belangrijkste zijn. De toekomst is belangrijker dan het heden… maar ik zou me zo graag nu amuseren, eens uit de bol kunnen gaan, er even uit zijn. Er zijn zoveel dingen die ik nog wil doen nu ik jong ben en nu ik nog niet verplicht ben te werken en een gezin te hebben. Ik wil nog op reis gaan met een groepje vriendinnen, naar fuiven gaan, kamperen, uitstapjes maken naar grote steden en de hele nacht door fuiven, me bezatten (dat moet je toch één keer in je leven doen) naar festivals en feesten gaan. Hoe lang moet ik nog wachten en me ongelukkig voelen omdat ik weet dat ik iets mis in mijn leven?

Ik heb me erbij neergelegd te wachten: mijn tijd komt nog. Tenminste, dat zal ik maar hopen, alhoewel ik soms bang ben dat het niet meer in te halen is. Maak ik me zorgen om niets? Met Quentin amuseerde ik me ten minste echt goed. Bij hem kan ik mezelf zijn, ik weet dat hij me accepteert en van me houdt zoals ik ben. Hij is de enige uitweg om te proeven van het normale jongerenleventje waar ik zo naar verlang. Ik begrijp niet waarom mama en papa me niet wat meer leuks laten doen. Al die hobby’s die ik moet doen zijn leerrijk en ook vaak wel leuk, maar tegelijk zo oersaai en ik word er gek van om altijd maar nuttige dingen te moeten doen. Nutteloze dingen zijn toch niet per se slecht, volgens mama wel, maar volgens mij niet want ze zorgen ervoor dat je je beter voelt. Mama zou dat eens moeten inzien. Ik word er gek van dat mama me zo strak houdt en ik voel me er echt niet goed bij.

Mama heeft er al vaak voor gezorgd dat ik me hopeloos voel, depressief, met meer zin om dood te zijn dan levend. Als papa en ik alleen zijn is het veel aangenamer.

Nu heb ik toch heel wat geschreven. Hopelijk morgen weer zoveel, ik denk dat ik later veel aan deze dagboeken zal hebben, en hopelijk mijn kinderen ook. Hopelijk begrijpen ze dan dat ik op hun leeftijd niet zoveel anders was. Hopelijk zal ik als ik volwassen zal zijn me weer kunnen inleven in het ‘jong zijn’. Hopelijk zullen mijn kinderen me later wél kunnen zeggen hoe ik hen beter opvoed, want ik ben bang het niet goed te doen. Ik wil niet dat ze over mij denken zoals ik over mama, en als ze dat wel doen dan wil ik dat ze de kans hebben om er met mij over te praten. Met mama kan ik echt niet praten, we hebben helemaal geen goede open relatie en dat vind ik jammer (…) Trouwens, hoe meer ze te weten komt over mij, hoeveel meer ze heeft om mij te kwetsen. Ik haat het zo.

Slaapwel, ik ben zo moe…

 

20 juli 2000

Mijn haar is geknipt, het is een ramp. Ik zie er zo jong mee en bovendien vind mama het niet goed, en papa schoot spontaan in de lach toen hij het zag. Moet ik me nu de hele tijd belachelijk voelen? Ik wil zo graag dat mama en papa van mij houden en dat ze trots zijn op mij, maar mama benadrukt altijd maar dat ik een rotkind ben, een schande, een egoïst, en dat ze mij niet gewild heeft. Dat zegt ze letterlijk. Waarom? Kan ik er wat aan doen dat ik geboren ben? Ik wou toch ook niet dat ze met zulke rotkinderen opgescheept zou zitten, maar wat kan ik daar aan doen? Het is zo goed als onmogelijk om bij haar graag gezien te zijn, behalve als je toevallig net datgene wil wat zij wil, en als je onderdanig bent… maar ik wil zelf ook nog wat!

Daarnet zei mama: “Ja, zelfs toen ik nog maar in verwachting was, was ik al misselijk van haar”. Ze zei daarna dat het een grapje was, alsof het over iets anders ging. Het kwam niet in haar op dat ik dat totaal niet grappig vond. Ze is dus misselijk van mij. Zeer leuk maar ik voel me hier ook misselijk door. Kots-, kotsmisselijk. Papa zei nog dat ze een beetje op haar woorden moest letten maar het kon haar precies niks schelen. Toen ik deze avond naar beneden kwam zei papa dat ik het me niet teveel van mama moet aantrekken. Mama had immers gezegd toen ik thuiskwam van de kapper: “Ze heeft ons weer bedrogen, ze heeft gewoon een ander kapsel gevraagd. Ik zie het aan haar reactie, ze was het van plan, ze heeft gelogen en ze liegt nu nog”.  Ik zei dat het niet waar was, hoewel ik wist dat ze het toch niet zou geloven, en zij zei: “Je moet niet denken dat ik je niet ken, ik zie aan je gezicht dat je liegt”. Mama, ken je me dan echt zo slecht?

Mama zei deze middag dat ik meer zelfbeheersing heb dan papa, want dat papa te dik is, en dat hij maar een voorbeeld moest nemen aan mij. Het was een compliment, maar ik schaamde mij en ik ben nog altijd verdrietig omdat mama mij niet kent. Ze denkt dat ze me kent maar we zijn vreemden voor elkaar. Ik vind dat echt heel erg.

Daarnet heb ik weer geweend. Wat ben ik toch een trunte (mama zei dat altijd, als we weenden waren we een trunte, nvdr), papa troostte me dat ik toch niet moest wenen omwille van mijn kapsel, maar wat hij niet begrijpt is dat ik dààrom niet ween, maar om zoveel andere dingen. Om mama haar uitspraken, om mijn eetproblemen waarover ik niet kan praten, om Quentin.

Mothers with narcissistic personality disorder can't do it alone, of course. They need help, and enabling fathers are the perfect ones to give them that help. He'll do anything to keep the peace, including sacrificing his own children's well-being.

An enabling father will rationalise away his wife's behaviour. He'll tell the children things like, "She loves you in her own way" Or, "Don't mind her, it's just her way" or "Don't annoy your mother, you know what she's like". This dynamic, of course, means that daughters of narcissistic mothers are living in a no-win situation. They have no champion, nobody to protect them.

Hoe lang is het alweer geleden dat iemand mij vastpakte? Een week, twee weken, langer? Ik hou dit niet uit, ik voel me zo eenzaam. Ik kan al die tranen niet stoppen. Mijn keel zit dicht, ik voel zoveel gemis binnenin mij, ik moet het eruit kotsen. Waarom begrijpen mama en papa het nu niet? Ik ben echt niet achterlijk, maar soms lijkt het alsof ze dat denken. Ze zien mijn problemen niet, ze zijn zo blind.

Weet je, ik mis niet alleen Quentin, ik mis ook hén!

Ze zijn er voor mij en toch ook weer niet. Ze denken dat alles goed gaat met mij, maar ik voel me zo alleen. Waarom begrijpen ze me niet gewoon, waarom kunnen ze jou niet accepteren Quentin? Ik heb jou nodig maar je bent er niet. Dat jij er niet bent komt gewoon door mijn ouders, en ik heb mijn ouders nodig maar ze zijn er ook niet.

Wat ben ik toch een stom dwaas kind om zo medelijden te hebben met mezelf. Ik verdien je niet Quentin, ik verdien mijn ouders misschien zelfs niet. Zo graag zou ik het allemaal aan papa zeggen maar dat is onmogelijk (…) Daarom zeg ik niets, ik doe alsof er niets aan de hand is. Ja ja, met mij gaat alles prima!

 

30 juli 2000

Ik ben juist terug uit Schotland. Ik ben zo idioot geweest, ik ben de foto van Quentin kwijtgeraakt, waarschijnlijk in het hotel laten liggen. Als ik eraan denk voel ik me echt niet goed want nu heb ik niet veel meer over (…)

Ik moet trouwens nog minder dan een jaar wachten (voordat ik hem weer kan zien, want in mei 2001 word ik 18, nvdr)! Slaapwel…

 

3 augustus 2000

Het is al veel te laat en als ik nu niet ga slapen ben ik morgen doodop.

(…)

Oei, hier stopte ik want mama viel binnen (ze kwam altijd binnen zonder kloppen, ook al had ik eens gevraagd om te kloppen, dat wou ze niet omdat ik dan dingen stiekem zou kunnen doen, nvdr), gelukkig heeft ze niet gezien dat ik in mijn dagboek aan het schrijven was.

Toen ik vanavond op de bus aan het wachten was zag ik een Chinese man en ik voelde (…) een steek in mijn hart, het is moeilijk te beschrijven. Ik dacht gewoon: was er maar iemand die voelde wat ik voor Quentin voel (…) Er is niemand die weet wat ik denk, wat ik voor hem voel, niemand die ziet wat er scheelt. Ik voel hoe de herinnering verder en verder van me weg geraakt. Het heden is slechts een lijden om daarna des te meer te genieten. Ik zou zo ongelooflijk graag weer bij Quentin zijn (…).

 

4 augustus 2000

Mama waarom doe je dat!!!! Ik haat het zo vreselijk mama weet je niet dat je mij kapot maakt op die manier!!!

Dit was een rotavond. Vandaag was het de laatste dag van mijn stage in de Blaarmeersen. Ik moest inline skate geven samen met Huub. Amelie was op dezelfde locatie op kamp. 

Mama: “Hallo, hoe was het?”

Amelie: “Heel leuk!”

Mama: “En met de inline?”

Amelie (al stotterend want ze stotterde toen nog heel erg, nvdr): “Ik moest weer inline ddddddoen mmmmmmmaar mmmmmmamaaa we moesten aaaaaaallemaal inline doen”

Eleonora: “Ja, ik had er helemaal niet aan gedacht dat ze allemaal samen in de namiddag inline skaten gingen doen”

Amelie: “Ja, maar Eleonora zei vanmorgen dat ze het wel dacht”

Eleonora: “Moh, dat is helemaal niet waar!”

Mama: “Ja ja Amelie, ik geloof je wel hoor, ik ken haar ondertussen wel al, altijd liegen en bedriegen, zo achterbaks dat ze tegen iedereen altijd is. Ze kan helemaal haar verantwoordelijkheden niet nemen”

Eleonora: “Maar dat is helemaal niet waar, ik had er echt niet aan gedacht!”

Mama: “Naar u luister ik al niet meer. Ge kunt nog niet eens voor uzelf zorgen. Op u kunt ge niet rekenen. Ik dacht dat ge er voor ging zorgen dat ze in twee groepen gingen?”

Eleonora: “Ja, ik ging dat vragen als jij niet zou bellen. Maar je hebt al gebeld om dat voor te stellen, als ik dat nu weer gaat voorstellen dan gaan ze zeker vermoeden dat het van mij komt. Ik moet nog een hele week met Huub als co-lesgever mee dus ik moet ook opletten dat ik geen ruzie krijg”

Mama: “Als je maar niet denkt dat ik nog eens gaan bellen zeker. Jij moet dat maar doen, ik heb al gebeld. Neem eens uw verantwoordelijkheid op!”

Eleonora: “Maar ik neem toch mijn verantwoordelijkheid op, voor mezelf, maar ik kan toch niet tegen Huub zeggen wat hij moet doen”

Mama: “Och gij zijt gewoon laffe, ge durft niet uitkomen voor uw mening, ge zijt een meeloper gewoon gelijk al de rest.. Dwaze meeloper, maar ja, dat zijn we al gewoon van u” (etc etc). “Gij past niet bij ons hoor. Amelie en ik, en voorlopig Joanina ook nog, wij zijn zo niet. Wij zijn toch geen lafbekken. Ga zaterdagavond maar naar huis, je moet niet mij bij ons (in het huisje in Gent, nvdr) slapen. Zo iemand willen we niet bij ons hebben”

Amelie moet in bad maar ze wil eigenlijk eerst eten. Ik heb reuzehonger en ik eet wel al.

Mama: “Nee Amelie gij moet in bad, ge moogt niet eten. Wij hebben dat nog nooit gedaan, zo direct eten na de soep. Wij doen dat niet”

(Amelie teleurgesteld)

Mama: “Tja Amelie, uw zus die wil niet wachten hoor op u, die eet wel al, maar gij moogt niet. Zij begint wel al. Gelukkig zal Joanina wel met jou willen eten

Joanina: “Ja hoor ik zal wel wachten”

Amelie zit in bad en mama roept mij:

Mama: “Elke, kom maar eens naar hier en kijk maar eens naar Amelie haar billen (blijkbaar had ze blauwe plekken opgedaan op kamp of zo? nvdr). En dat is nog maar het uiterlijk, alleen maar wat ge ziet”

Amelie: “Maar mama, dat was al van gisteren!”

Mama: “Ja, maar ik wil dat ze het ziet”

Amelie: “Mama!! Dat was al! Dat is niet van vandaag”

Mama: “Het kan me niet schelen. Ze moeten het eens goed bekijken”

Daarna komt ook Amelie aan tafel. 

Amelie: “Zeg Eleonora, het hoeveelste bord is dat al dat jij eet?”

Joanina: “Goh Amelie, laat Eleonora nu eens! ‘t is maar... om te zeggen maar euh... ja, zeg dat gewoon eens niet Amelie...”

Mama: “Laat Amelie zeggen! Ze was al de hele dag weg en nu mag ze zeggen wat ze wil!”

Joanina: “Ja maar.... (Joanina begint te wenen) maar het is nu al de hele tijd ruzie!”

Mama (woest):  “Dat kan mij helemaal niks schelen, maar laat Amelie zeggen wat ze wil!!! Wat zei je Amelie?”

Amelie: “Ah, het hoeveelste bord dat al is dat Eleonora eet”

Mama (nog steeds heel kwaad): “Ah, ik dacht dat je iets zei van Eleonora die zich verborgen had bij een spel”

 

Ik voel me zo alleen, ik zou zo graag iemand hebben aan wie ik alles kan zeggen. Het is ook zo ambetant dat ik zo weinig zelfvertrouwen heb. Maandag, die eerste middag tussen de monitoren was ik zo vreselijk verlegen, ik durfde niemand aan te kijken, te verlegen, te beschaamd om mezelf. Zo maak ik geen nieuwe vrienden, want wat heb je aan iemand die steeds zijn ogen neerslaat en niets durft zeggen. Ik ben vaak te stuntelig. Ik heb niets interessants te zeggen want ik beleef geen leuke of boeiende dingen en ik ben een slechte verteller. Ik praat op zo’n saaie manier. Daarom zeg ik maar niks.

De hele week was Amelie mee. We hebben ons goed geamuseerd, ook voor Amelie was het fantastisch maar thuiskomen is vreselijk want Amelie vertelt dan alles wat ik niet goed heb gedaan, of andere dingen zodat ik de schuld krijg. Ik had dat wel op voorhand kunnen weten. Ik heb zelf gekozen dat Amelie meeging. En dan nóg durft mama beweren dat ik Amelie niet graag zie en liever zonder haar zou gaan. Echt waar, het is heerlijk met ons tweetjes samen! Alleen mama verbrodt het soms. Waarom doet ze dat toch? Niemand wordt er toch gelukkig mee? Morgen ga ik niet mee om een badpak. Een hele dag met mama op stap: nooit meer. Ik riskeer me dat niet meer.

Mama is een echte “achter-de-schermen-moeder”. Ze doet wel veel goeds voor mij, ze regelt alles voor mij, maar in de directe omgang is het alsof ze me liever kwijt dan rijk is. Papa mag dan nog zo vaak zeggen dat ik het mij niet moet aantrekken, het blijft me kwetsen en ik word er knettergek van. Daarnet had mama mij zo woest gemaakt maar ik toonde het niet. Ik moest me zo enorm inhouden. Eens ik in de badkamer was heb ik geklopt op mijn hoofd met mijn vuisten, aan mijn haren getrokken. Ik zag rood, knalrood, bijna paars van de ingehouden woede en ik heb een koude douche genomen. Ik had zin om mijn eigen gezicht open te krabben. Gek word ik, gek, gek, gek!!!

Mama zit dan de hele tijd bezig over dat ik niet voor mijn eigen mening uitkom bij anderen, maar als ik tegen haar mijn mening zeg of als die haar niet bevalt ben ik weer het ‘onhandelbare rotkind dat een IQ van minder dan 70 heeft’. Een idioot rotkind ben ik, een ‘sfeerverpester’. Een ‘strontkind’, ‘door en door rot’, ‘walgelijk’ zegt ze. Was ik maar bij Quentin. Gelukkig heb ik ook papa nog. Ik schrijf niet zoveel over papa maar ik hou heel veel van papa. Ik zou nooit een andere papa willen, echt niet, voor mij is papa echt 99% perfect en ik hou echt veel van hem, ook al zegt mama dat ik van iemand kán houden. Ik hou van Quentin, van mijn lieve papa, van mijn klein Amelieke, van Joanina, van mijn oma, van zoveel mensen eigenlijk en misschien ook wel van mama?

Humans form attachments as a means of survival. Babies become attached to the parents or caregivers whom they depend on, and adults form attachments to others who provide comfort or support. When someone’s main source of support is also their abuser, a trauma bond can develop. An abused person may turn to the abusive person for comfort when they are hurt, even if the other person was the one who caused it. If that caregiver is abusive, the child may come to associate love with abuse. Believing that this association is normal, the child may be unable to see the abusive caregiver as “bad.” The child may instead blame themselves for the abuse as a way of making sense of what is happening to them. This allows the caregiver to continue being “good” in the child’s eyes, which reinforces their bond.

 

 

7 augustus 2000

Ik wou gisteren al schrijven maar ik heb geen tijd gehad. Ik wil schrijven dat ik een nieuw knalrood badpak heb, en toen ik het aandeed zei mama dat ik er als een mannequin uitzag. Hopelijk is het echt zo, maar als ik in de spiegel kijk zie ik altijd wel dingen die ik storend lelijk vind aan mezelf, ik ga ze niet opnoemen want wat ik hier schrijf is voornamelijk voor Quentin, en wat heeft hij eraan als ik slecht over mezelf praat.

Mama zei ook soms wel eens iets positief. Tricky, want omdat ik zo snakte naar een compliment opende dat weer de deur van mijn hart naar haar toe, waardoor de verwijten nadien des te harder binnenkwamen.

Vandaag was het de eerste dag van de redderscursus, en ik denk dat ik gewaardeerd word, ik had wel wat bekijks bij de jongens. Het is wonderbaarlijk hoe vriendelijk iedereen is tegen mij. Ik zie er nochtans kinderachtig uit vind ik, maar ze behandelen we als evenwaardig.  Fantastisch gewoon, ik hoefde niet eens verlegen te zijn of me te schamen. Ik heb al zo ongelofelijk veel zin om naar school te gaan en weer te beginnen studeren. Mijn nieuwe ambitie is om 80% te halen. Als ik me heel erg inzet moet dat haalbaar zijn. Daarna wil ik naar de universiteit, dat heb ik mij al een jaar of langer voorgenomen. Ik wil me bewijzen.

 

8 augustus 2000

Vandaag heb ik ontdekt dat één van de jongens op redderscursus de zoon van MDB (bekende Vlaming, nvdr) is!!! Ik heb met hem geoefend tijdens het zwemmen, met redelijk veel lichaamscontact, dat deed me goed want ik heb heel erg nood aan affectie bij gebrek aan liefde. Het was echt aangenaam om met hem te oefenen, wonderlijk. Het was gewoon ook leuk omdat het een zeer aangename jongen is, zacht karakter, vriendelijk. Het is verbazend hoe respectvol de jongens me behandelen. Ik ben zoveel jonger dan hen en ik studeer nog niet, maar ze zijn geïnteresseerd in mij, zien me staan! De jongens interesseren me meer dan de meisjes, misschien wel normaal want ik zit er de hele dagen tussen de meisjes (…).

Quentin, ik ben heel erg bang om verliefd te worden op iemand anders. Ik ben bang om je te vergeten. Ik wil zo graag dat je bij mij bent, maar het is nog zo lang wachten. Als ik dan met een jongen die oefeningen doe dan stilt het wel een beetje mijn honger aan affectie. Ik hou wel van dat lichaamscontact, dat klinkt heel idioot, sorry. Omdat ik zo uitzie naar dat contact, ben ik bang dat ik niet trouw kan blijven aan jou, dat ik mijn belofte breek, dat ik je verraad. Snap je mij?

Ik verlang zo naar je maar ik kan niet blijven verlangen en verlangen. Gek word ik ervan en door dit contact nu met die jongens voel ik me beter. Minder eenzaam. Tegelijkertijd voel ik me schuldig ten opzichte van jou. Ik mis je zo en ik voel me schuldig. Ik wil het je uitleggen maar ik kan niet. Mijn eetprobleem is er nog steeds, nu al zeven maanden bijna. Wat moet ik doen? Ik zou er iets aan moeten doen maar ik heb de moed niet. Het zal hopelijk vanzelf overgaan als we weer samen mogen zijn.

Ik wil slapen maar het gaat niet, ik moet schrijven. Ik ben bang voor de keuze: wachten op Quentin, of een nieuw begin in volle vrijheid? De vraag is, kan ik ooit vrij zijn met de gedachte dat ik de jongen van wie ik zoveel hield heb gekwetst? Met die gedachte kan ik ook niet te leven. Daarom is het beter om nu af te zien dan een heel leven te twijfelen over de keuze die ik gemaakt heb. Ik denk dus dat ik beter wacht op Quentin. 

Ik voel me zó schuldig over het feit dat ik zo twijfel, maar tegelijkertijd is het zo hartverscheurend wat papa zegt. Dat je een mooiprater bent. Misschien ben ik inderdaad zo naïef en zie ik dat niet in, maar mijn geweten zegt me dat ik jou moet geloven. Quentin, weet je hoe pijnlijk dit is? Ik wil wel alles voor je zijn, ik wil je alles geven, maar ik twijfel zo en ik haat mezelf erom. Ach, ik ben zo idioot, ik voel me zo leeg Quentin, ik weet het echt niet meer.

 

10 augustus 1999

Quentin, het spijt me. Het lukt niet meer. Ik kan het niet volhouden om mezelf voor te houden dat ik nog steeds verliefd op je ben. Ik weet dat dit jou enorm zal kwetsen maar ik wil nog een jaartje vrijheid. Misschien komt het nog goed tussen ons, ik weet het echt niet. Het is gewoon… Ik ben zo bang om weer verliefd te worden omdat ik dan tegen je lieg. Ik heb beloofd voor altijd van je te houden en ik vrees dat het me niet zal lukken. Ik sta voor het dilemma: ofwel kies ik om te wachten, maar mijn ouders beweren dat je niet bij me past. Ofwel begin ik vanaf hier opnieuw, met een schone lei.

Ik voel me nu wel heel schuldig ten opzichte van Quentin. Ik voel me een leugenaar, een valse, een ondankbare. Maar, zo is het misschien toch nog het beste. Zo kan ik eindelijk dit verdriet verwerken. Het klinkt allemaal zo idioot maar voor mij is dit doodserieus. Weet je, Allan (die zoon van MDB) is echt heel aangenaam. Heel lief en grappig. Wat als ik verliefd op hem word? Ik vind  hem tof, en ik zou graag vrienden met hem blijven ook na deze cursus. Misschien kan hij me raad geven. 

Ik durf het haast niet te schrijven maar ik ben weer verliefd. Op Allan. Het is echt een lieve grappige optimistische toffe jongen. Hij houdt van mooie en leuke dingen, hij heeft gevoel en interesse voor kunst, geen gezinsproblemen en zo, hij is heel gelukkig met zijn ouders, hij heeft fantasie, is volwassen, vrolijk, blij. Iemand die het leven van de zonnige kant ziet. Ik weet niet of het wat wordt tussen ons, maar het zou wel tof zijn en een opluchting voor zowel mama als papa als voor mezelf.

Het was weer fantastisch vandaag. Eigenlijk is het zo onnozel, eerst zit ik een hele tijd bezig over Quentin dit, Quentin dat, en nu is het alleen nog maar over Allan. Het zal raar zijn als dat ik een andere vriend heb dan Quentin.

Gezien de situatie moet ik mezelf misschien wel vergeven dat ik me hier zo buitensporig aan vastklampte… Het hielp me het thuis vol te houden, en dat was uiteindelijk het enige dat telde. Overleven.

 

Reacties