De tranen die er nu wél mogen zijn.


 
  
Ik heb me lang geschaamd voor wie ik in mijn puberteit was. Schaamte voor mijn wereldvreemdheid, voor mijn sociaal incapabele ik, voor hoe ik mijn emoties niet op een goeie manier kon beheren, voor hoe ik er uitzag. Schaamte voor een hele waslijst van negatieve kenmerken die ik mezelf toeschreef.
  
Toen ik als 19-jarige van huis wegging brak ik dan ook met mijn 'oude ik'. Ik kleedde me helemaal anders, veranderde mijn haar... Ik wilde niets meer te maken hebben met wie ik thuis geweest was, voor een groot deel uit schaamte dat iemand die kant van mezelf zou zien. Ik wilde trots kunnen zijn op wie ik was, dus ik wimpelde mijn herinneringen aan thuis weg, en praatte er zelden over.
Toch leefde ik met het gevoel dat er veel verdriet, schaamte en schuldgevoel in me zat, een gevoel van sluimerende melancholie. Geluk en dankbaarheid om het hier en nu, maar tegelijkertijd verdriet om de weg die ik afgelegd had en om alles wat ik gemist had. Dat verdriet, de schaamte en de schuldgevoelens waren zo allesverterend en heftig dat ik ze heel hard wegdrukte om te kunnen leven.
 
Door zoveel herinneringen en gevoelens te onderdrukken, verloor ik jammer genoeg ook een deel van mezelf: een stuk identiteit en heel wat herinneringen die me gemaakt hadden tot wie ik was.  
 
De afgelopen maanden heb ik mijn verleden recht in de ogen gekeken. Het was (en is soms) zwaar, maar het helpt om van de schaamte en schuld af te geraken. Het is een opluchting om dat weggestopte deel van mezelf te herontdekken en er voor het eerst van te beginnen houden. Het doet deugd mijn gevoel van verdriet toe te laten, zonder mezelf zwak te vinden. Het doet deugd voor het eerst te houden van mijn 16-jarige ik, en haar niet meer te verafschuwen. Daardoor voelt het alsof éindelijk echt alle delen van mezelf er mogen zijn. 
 
Ik voel me met momenten echt trots op hoe ik toch echt mezelf geworden ben ondanks mijn moeilijke jeugd. Ik heb geen normale identiteitsontwikkeling kunnen doormaken in mijn puberteit, ik ben volledig gecrasht, en toch heb ik mezelf volledig kunnen heropbouwen. Mijn moeder sloeg al mijn fundamenten aan gruizelen, maar ik krabbelde recht en zocht en zocht naar stenen om mezelf opnieuw op te bouwen. Ik vond in me een bron van lef en wilskracht, die ik misschien nooit gevonden zou hebben als ik in een normaal gezin opgegroeid zou zijn. 
 

 
 
 
 
 
 


 

Reacties