Over zelfvertrouwen en zelfreflectie



"People pleasing veroorzaakt een enorm energie-lek. Het zorgt ook voor cognitieve dissonantie"

(Cognitieve dissonantie is de onaangename spanning die iemand ervaart bij tegenstrijdige overtuigingen, ideeën of opvattingen of bij handelen in strijd met de eigen overtuiging). 

 

Die idee zette me ertoe aan om de gedachten neer te pennen die maar blijven malen in mijn hoofd. Er zit weinig structuur in de tekst hieronder, sommige dingen spreken elkaar tegen, en van sommige zaken ben ik niet zeker, maar het is zoals het is: ik ben er helemaal niet uit. Ik denk dat deze gedachten er ook de oorzaak van zijn dat mijn emotionele emmer bijna voortdurend 'halfvol' is en dus snel vult en overloopt. Mijn gedachten lopen steeds vast op dezelfde gedachten en ik raak er maar niet uit. Piekeren en piekeren dus. 

Deze blog is een goede plek om mijn gedachten te dwingen niet steeds in cirkeltjes te draaien. Waar ik bij het gewone dagdromen en piekeren stop bij bepaalde gedachten, ben ik hier verplicht verder te denken en de losse flarden tot een samenhangend geheel te bundelen. Ik hoop dan ook deze post op een bepaald moment te kunnen aanvullen met nieuwe gedachten, en de gedachten te kunnen herstructureren zodat ik uiteindelijk tot een gedachteschema kom waarop ik niet meer vastloop. Een set gedachten die me rust geven, die ik kan gebruiken om de negatieve gedachten te counteren, om mezelf gerust te stellen en blij te laten zijn met mijn leven en mezelf. Ik hoop in the long run meer mentale energie over te houden van de zaken die er voor mij echt toe doen. 


Zelfvertrouwen 

Ben ik zeker van mezelf?

Ik weet het echt niet. Misschien op sommige vlakken wel en andere dan weer niet. Ik heb wel zelfvertrouwen wat mijn uiterlijk betreft. Ik krijg regelmatig complimentjes over mijn uiterlijk, mijn uitstraling. Regelmatig hoor ik dat ik een spontane, open, enthousiaste uitstraling heb, dat mijn lijf er goed uitziet, dat ik knap ben. Op dat vlak stel ik me weinig vragen en kan ik vrij onbezorgd door het leven gaan. Als ik in de spiegel kijk ben ik blij met het spiegelbeeld, zelfs nu ik door de sluiting van de fitnessen en de Corona-periode redelijk wat verdikt ben, voel ik me nog steeds goed in mijn vel. Ik schaam me niet meer om het vet aan mijn billen of elders aan mijn lijf. Het is heel fijn om me eindelijk goed te voelen in mijn vel. Om hier te staan heb ik een heel lange weg afgelegd. Ik heb mijn lijf jàrenlang verafschuwd, soms durfde ik het huis niet uit omdat ik me zo schaamde om hoe ik eruit zag. Nu voel ik een rustgevend evenwicht (een mengeling van tevredenheid en gelatenheid) op dat vlak, en dat doet deugd.

  

Minder zeker ben ik over mijn karakter. De boodschappen die ik krijg over mijn karakter zijn zo uiteenlopend dat ik gewoon echt niet meer weet wat ik moet geloven. Toen ik thuis woonde kreeg ik alle negatieve karaktereigenschappen die je je maar kan bedenken toegeschreven door mijn moeder: lui, dom, egoïstisch, vals, psychisch gestoord, beïnvloedbaar, etc. 

De scheiding met de papa van mijn kinderen deed ook geen goed aan mijn zelfbeeld. Hij is sowieso iemand die niet vaak zei dat hij van me hield, en die weinig complimentjes gaf (mea culpa, ik deed dat ook zélden...). 

Van mijn vader kan ik me weinig uitspraken herinneren, behalve dat ik 'een goede werker' was en 'een plantrekker'. Impliciet krijg ik weinig positieve boodschappen mee. Uitspraken als 'we kunnen je niet verwijten dat je zo bent want wij hebben je gemaakt' doen er niet veel goed aan.

Mijn ex R noemde me de ene keer lief en superslim, de andere keer een bitch, egoïst, chaotisch, vergeetachtig, dom en naïef. 

Mijn vriend noemt me superlief ('té lief'), empathisch (denk ik) en niet egoïstisch.
Mijn kinderen noemen me superlief.
Mijn vriendinnen noemen me lief.


Al die tegengestelde uitspraken zorgen voor een warboel in mijn hoofd. Ik geraak er niet uit - wie en hoe ben ik nu? Ben ik misschien in de ene situatie zus, en in de andere situatie zo? Hoe ben ik dan echt? Hoe kan ik te weten komen hoe ik ben? Op wiens oordeel mag ik vertrouwen? Moet ik wel vertrouwen op wat anderen over mijn karakter zeggen? Is dat überhaupt van belang? Is het wel een goed idee om te leven naar het oordeel van anderen, kan ik niet beter vertrekken vanuit mijn eigen visie en van daaruit leven, zodat ik niet meer zo afhankelijk ben van wat anderen over me te zeggen hebben? Hoe wíl ik zijn? Welke karaktereigenschappen wil ik nastreven en welke niet? Moet ik me daar wel mee bezig houden, misschien is het beter om gewoon mijn eigen levensgeluk na te streven, meer dan bepaalde karaktereigenschappen? Wil ik misschien té hard bevestiging voor bepaalde karaktereigenschappen, om mezelf te kunnen overtuigen dat ik niet zoals mijn moeder ben? Leef ik teveel vanuit die schrik en aversie naar mijn moeder toe? Hoe kan ik dit loslaten, hoe kan ik die constante innerlijke dialoog en zoeken naar 'wie en hoe ben ik' stopzetten? Is het normaal dat ik hier zóveel over nadenk, of denkt iedereen zoveel na over zichzelf? Is mijn zoektocht naar mijn identiteit een normale zoektocht of ben ik door mijn jeugd gedoemd tot de eeuwige vertwijfeling en leegte op dat vlak? Heb ik een onstilbare honger naar bevestiging? Mag ik daaraan toegeven of moet ik mijn zelfbeeld zelf proberen opbouwen, zonder de oordelen van anderen? 

Deze vragen malen voortdurend, voortdurend door mijn hoofd. Ze vergen ongelooflijk veel energie en ik weet niet hoe ik die vragen moet beantwoorden. Ik weet niet of ik de vragen moet proberen beantwoorden, dan wel er een gedacht van maken en stoppen met erover te piekeren. 

This brings me to one of the more insidious effects of this complete absence of trust: The child most of all doesn’t trust themselves. This is at the root of their personal hell. This is a crucial point of healing that is not always adequately understood. 

 

Duidelijk voor mezelf is wel dat ik echt zeer moeilijk een inschatting kan maken over mijn eigen karakter. Ik ben echt verschrikkelijk bang om egoïstisch te zijn, dat is hoe ik echt absoluut niet wil zijn. Anderzijds merk ik dat die drang om niét egoïstisch te zijn, me soms in moeilijke situaties brengt, als ik door anderen gepusht wordt om dingen te doen die ik zelf eigenlijk niet wil. Ik laat dan over mijn grenzen gaan, en op die manier loop ik soms tegen onaangename situaties aan. 

Ik denk dat ik als kind heel erg verhinderd geweest ben in het ontwikkelen van mijn eigen identiteit. De vele negatieve kritiek die ik gekregen heb op wie en hoe ik was, in combinatie met een extravert gericht karakter, hebben voor diepe wondes en littekens gezorgd. Het heeft geleid tot een schrik om te zijn wie ik ben. Ik leef voor een deel vanuit een motivatie om iedere kritiek of commentaar te vermijden, om te bewijzen dat ik niét ben wat mijn moeder altijd zei, en dat is enorm lastig en vermoeiend. Het staat me regelmatig in de weg om de dingen te doen die ik graag wil. 

De constante vertwijfeling en beducht zijn voor oordelen/reacties van anderen zorgen er ook voor dat ik geremd in het leven sta. Ik zeg al sinds mijn tienerjaren dat ik meer die spontane, wilde, onbezorgde Eleonora wil zijn, en toch is er iets dat me altijd tegenhoudt. Ik zou dat graag loslaten, zodat ik meer mezelf kan en durf zijn. Voor mij is dat een enorme uitdaging, want ik ben zo snel uit het lood geslaan als iemand iets over mij zegt. Als ik negatieve feedback krijg, trek ik me dat zó hard aan... Bij R heb ik meerdere keren mezelf ervan moeten weerhouden om niet in mijn auto te springen en me tegen een boom te pletter te gaan rijden, als hij weer eens negatieve dingen zei over mijn karakter. Als ik negatieve kritiek krijg, dan voel ik me compleet waardeloos. Ik wil er dan alles aan doen om weer graag gezien te worden, ik wil alles doen om het 'conflict' op te lossen, weer tot connectie te komen. Als de connectie met mijn naasten even zoek is, door conflict, dan voel ik me zo vreselijk leeg, verloren en wanhopig, dat ik alles en zelfs mezelf zou opgeven om toch weer de connectie te herstellen. 

 

Ik verlang ernaar om een soort vastberadenheid en zelfzekerheid over me krijgen, een soort vertrouwen in mezelf, in dat wat ik kies gewoon voor mij de juiste keuze is, en dat het ook echt OK is om soms mijn eigen 'egoïstische' keuzes te maken. Ik moet dat dan misschien ook niet benoemen als egoïstisch, maar gewoon als 'opkomen voor mezelf en voor mijn eigen grenzen en voor wat ik wil'. Ik moet eigenlijk proberen om niet zo te leven naar wat de anderen willen, want ik verlies mezelf er soms in, en ik denk dat er heel wat in me zit dat gewoon nu niet tot uiting komt, en dat vind ik spijtig. 

 

Als ik alleen ben, lukt het me wel om bij mezelf en mijn eigen mening te blijven, maar als er iemand anders bij is, vooral als die verbaal sterk is, dan laat ik me zo snel uit mijn lood slaan. Dat maakt me erg kwetsbaar, en het zorgt ervoor dat ik bepaalde mensen en situaties uit de weg moet gaan uit zelfbescherming. Die drang is zo lastig.... soms wil ik gewoon bij mijn eigen beslissing of standpunt kunnen blijven, zonder zo snel van mijn voetstuk te worden gestoten door de ander. 


Ik heb het er lastig mee dat het zelfbeeld over mijn karakter zo broos is. Het maakt me onzeker en kwetsbaar. Het is alsof ik geen basis heb, geen zekerheden van waaruit ik kan vertrekken. De bevestiging die ik binnenkrijg wordt als een wankele stapel stenen opgebouwd, maar alles valt zó ineen bij de minste negatieve opmerking. 

Ik kan niet om met negatieve kritiek. Negatieve kritiek vloert me, haalt de benen onder mijn lijf vandaan. Ik probeer de mening van anderen daarom in mijn hoofd af te schilderen als 'waardeloos', want als ik er waarde zou aan hechten, dan zou hun negatieve kritiek terecht zijn, en daar kan ik moeilijk mee om. Bijgevolg... als ik negatieve kritiek in mijn hoofd wegzet als 'onbetrouwbaar' en 'waardeloos', dan zijn ook complimenten 'onbetrouwbaar' en 'waardeloos'. 

Van daaruit probeer ik dus ook zelfs de positieve opmerkingen soms te blokkeren. Als iemand me een compliment geeft, merk ik bij mezelf een sterke terughoudendheid om die positieve opmerking te aanvaarden...  Ik voel dan een soort aversie, een soort protestreactie in mijn lijf, alsof alles schreeuwt 'Nee, dat is niet waar, niet naar luisteren, laat die meningen over je karakter niet binnenkomen, hun meningen zijn waardeloos en fout'.
Zo postte een van mijn beste vriendinnen een lieve noot onder een profielfoto van me, en mijn eerste impulsieve reactie was ''oh nee, niet doen, doe die reactie weg"... Ik wilde haar reactie verwijderen maar ook dat durfde ik niet omdat ik haar niet wilde kwetsen. Pas na meer dan een dag kon ik de reactie lezen zonder die heftige emotionele reactie. Waarom reageer ik daar zo fel op? Schrik dat anderen die reactie zouden zien en zouden denken 'dat compliment is toch geheel onterecht'? Het stemmetje in mezelf dat zegt dat ik dat compliment helemaal niet verdien? Dat iemand dat maar schrijft om me een plezier te doen en het eigenlijk niet meent? Schrik om mezelf te waarderen, doordat mijn moeder altijd zo kwaad reageerde als we positief dachten over onszelf? Mijn moeder zei altijd tegen mijn oma dat ze mij geen complimentjes mocht geven, omdat ik het dan 'hoog in mijn bol' zou krijgen. Ik leef enerzijds nog heel erg vanuit die schrik om 'hautain' over te komen, ik vind bescheiden zijn absoluut iets belangrijks om na te streven, maar anderzijds voel ik me zo geremd doordat ik mezelf niet durf toelaten om mezelf écht te waarderen, in wie en hoe ik ben. 

Misschien ben ik ook zo bang om van mezelf te houden omdat ik zoveel schrik heb om te worden zoals mijn moeder. 





Zelfbewust

Ik heb de indruk (maar ik kan mis zijn) dat ik extreem zelfbewust ben, en meer dan gemiddeld reflecteer over mezelf. Dat was noodzakelijk in mijn jeugd, om te anticiperen op mijn moeder. Steeds moest ik nadenken over wat ik deed, moest ik proberen op voorhand nadenken wat mijn gedrag bij haar zou losmaken, om zo te waken over mijn eigen (emotionele) veiligheid. Mijn leven was een constant pogen om haar van mij te laten houden, om 'goed' te zijn in haar ogen. Jammer genoeg was ik nooit goed genoeg. 

Ook tijdens de jaren met R moest ik voortdurend op eieren lopen en reflecteren over mijn gedrag, om problemen voor te zijn. Het heeft die overlevingsstrategie uit mijn jeugd weer helemaal bovengehaald, enerzijds voelde dit vertrouwd aan voor mij, maar anderzijds voelde ik ook het beklemmende ervan.

Mijn moeder leek helemaal niet aan zelfreflectie te doen. Ze leek zó zeker van haar stuk, zo rotsvast overtuigd van het feit dat zij het allemaal goed deed en dat ze altijd gelijk had. Ik denk dat dat beeld er keihard heeft ingehakt bij mij. Zo wil ik niet zijn, ik wil wél mezelf in vraag stellen. Ik ben doodsbang om zelf narcistisch te zijn en het zelf niet eens te beseffen. Constant vraag ik mezelf af, kwets ik anderen niet, heb ik wel genoeg aandacht voor een ander, ben ik er wel voldoende voor anderen, denk ik niet teveel aan mezelf, kijk ik niet teveel vanuit mijn eigen standpunt....
Misschien is die schrik om zoals zij te zijn zó sterk, dat ik helemaal ben gaan overhellen naar het andere uiterste... maar dat is een zeer vermoeiende manier van leven, en misschien doe ik mezelf daardoor veel (mentale) miserie aan die eigenlijk niet nodig is. 

Maar wat als ik het loslaat? Wat als ik geloof in mijn eigen positieve eigenschappen en mezelf? Wat als ik dan blind word voor wat ik anderen aandoe? Ik durf dat niet loslaten. Ik wil zo'n pijn niet bij anderen veroorzaken. Ik wil niet dat anderen door mij ook maar in het minst moeten meemaken wat ik heb meegemaakt. Ik wil niet de oorzaak zijn van pijn en trauma bij anderen. 

Is het terecht dat ik daar schrik voor heb? Zijn er signalen in mijn omgeving die in die richting sturen? Ik denk dat ik heel voorzichtig ben met negatieve dingen zeggen tegen anderen. Ik denk dat ik echt wel mijn best doe om liefde te geven aan de mensen om me heen. Ik ben altijd met vanalles bezig dus ik heb misschien niet altijd zoveel tijd om vrij te maken voor anderen (om te helpen of zo), maar de tijd die ik spendeer met vrienden probeer ik er echt voor hen te zijn. Ik ben zooooooooo verschrikkelijk bang dat ik zoals mijn moeder zou zijn. Ik wil écht écht écht niet zo iemand zijn. Ik wil niet dat alles rond mij draait, ik wil aandacht hebben voor anderen, er voor hen zijn, een aanvulling zijn voor hen. 

Ik voel me soms zelfs schuldig over deze blog, omdat die enkel maar over mezelf gaat. Ik moet dan echt mezelf sussen dat 1/ bijna niemand deze blog kent, dus dat ik er echt wel niemand mee lastig val, 2/ als iemand erop botst, die toch gewoon kan wegklikken, 3/ er misschien wel mensen zijn die er herkenning of steun uit haalt voor zijn/haar eigen gelijkaardig verhaal.... 4/ ik toch het recht heb om ervoor te kiezen mijn verhaal in een blog te delen, niet? 

Ik vind het moeilijk om onvoorwaardelijk van mezelf te houden. Ik zou echt graag in mezelf geloven en mezelf positief bekijken, maar de twijfel is toch altijd aanwezig. Ik twijfel of ik wel het recht heb om onvoorwaardelijk van mezelf te houden. Of ik dat wel verdien.  


Trauma is niet wat ons wordt aangedaan, maar wat het binnen in ons veroorzaakt

Wat mijn moeder me aangedaan heeft is niet enkel het me toen (20 jaar geleden) kleineren en bespotten. Wat ze me aangedaan heeft is, is de twijfel gezaaid in mijn hoofd. Onzekerheid en schrik heeft ze gemaakt tot mijn manier van denken, mijn manier van zijn. Constant in staat van paraatheid, en toch niets daarvan laten zien aan de buitenwereld. Een innerlijke strijd die nooit ophoudt. Een innerlijk gevecht tussen haar en mij. Vastgebeiteld in mijn brein in een periode dat mijn hersenen groeiden en verbindingen legden voor het leven. Opgroeien en je ontwikkelen in functie van een manier van leven die niet overeenkwam met de realiteit buiten het gezin. 

 

 

In zekere zin ben ik onaangepast voor het 'normale' leven, en des te meer aangepast aan het leven met een bepaald type mensen. Ik kan samenleven met iemand die me kapot maakt, en toch overeind blijven. Oersterk in oorlogssituatie, ongelooflijk kwetsbaar tussen liefdevolle mensen. 

 

 

TREFWOORDEN:

identity loss - narcissistic abuse -




Reacties