De Coronamaatregelen vallen me zò zwaar!

Ik moet even wat frustratie van me af schrijven. 

Ik heb het gevoel dat ik al zo lang probeer vol te houden, en er lijkt maar geen einde aan te komen. 


14 maanden geleden zat ik erg diep, mijn relatie ging al een hele tijd niet goed meer, ik was mezelf helemaal verloren en ik zat vast in een relatie waar ik me geen uitweg uit zag. Mijn hele hebben en houden lag in mijn ex zijn huis, ik had geen plek om naartoe te gaan. Ik was mentaal zo òp door die relatie, door de vele kritiek en het gevoel dat het allemaal aan mij lag. 

Ik moest daar weg maar ik had er de moed niet voor. Twee maanden heb ik mezelf mentaal bijeen geschraapt, mezelf moed ingesproken, mijn angst voor de confrontatie overwonnen, nagedacht over hoe ik kon weggaan, en of het toch niet allemaal aan mij lag. Ik heb gezocht naar bevestiging dat ik het alleen ook wel allemaal zou redden, zowel financieel als mentaal. Het was een eenzaam proces, want ik was door de relatie met R vrij geïsoleerd geraakt. De mensen die ik om me heen had waren grotendeels vrienden of kennissen van R, met hen durfde ik ook niet openlijk spreken omdat ik hem niet zwart wilde maken, omdat ik hen er niet wilde in betrekken, en omdat ik eerst voor mezelf wilde beslissen welk pad ik wilde opgaan. 

De eerste twee maanden van 2020 waren mentaal lastig. Terwijl ik op het werk (weg van thuis) was probeerde ik mezelf op te peppen, dat ik het alleen echt wel zou aankunnen, dat ik er het beste van zou maken, dat ik veiliger en stabieler zou kunnen wonen op een eigen plek, zonder R. Thuis moest ik het tegenovergestelde doen, mijn best doen, me schikken en plooien, ja knikken en doen wat R wilde om woede-aanvallen of kritiek te vermijden. Het was een mindfuck om beide paden tegelijk te bewandelen, maar het was de enige manier om weg te geraken zonder voor de veiligheid van alles wat me dierbaar was te vrezen. Zelfs nu schrijf ik hier met enige filter, uit schrik. 

Half februari barstte dan toch de bom: R merkte dat ik me niet zo liefdevol meer kon gedragen, en ik kon het niet meer achterhouden: ik voelde me niet goed meer in deze relatie, ik wilde weg. Er volgde een maand vol aantrekken en afstoten: woede-aanvallen en verwijten afgewisseld door love-bombing, wanhopige berichtjes dat hij zonder mij niet kon leven, dat ik het nooit alleen zou kunnen, dat we het zo goed hadden samen, etc. etc.  Het was moeilijk om bij mezelf en mijn beslissing te blijven. Ik wilde weg, maar ik werd constant overhaald en overtuigd om te blijven, en mentaal zwak als ik stond, had ik het heel moeilijk om mezelf steeds weer te overtuigen van mijn eigen gelijk.  Nee, het ligt niet aan jou Eleonora, je bent niet egoïstisch, het zal je wel lukken alleen, dit is geen goede relatie.
 

Ik had veel steun aan enkele personen die me op het hart drukten dat ik weg moest uit deze relatie, dat zijn verhaal echt niet klopte, dat dit niet goed was voor mij. Uiteindelijk deed ik het voor hen en voor mijn kinderen, want de twijfel over mezelf was te groot om vastberaden de uitweg te zoeken.


Twee maanden lang had ik mezelf opgepept dat ik het wel zou kunnen alleen, dat het me wel zou lukken met de juiste mensen om me heen. Ik was al eens door een gitzwarte periode gegaan in 2003, nadat ik van thuis weggegaan was. Ook toen had ik het gevoel gehad dat de grond onder mijn voeten vandaan gehaald was, ook toen stond ik er bijna helemaal alleen voor. Ik was me bewust van diezelfde dreigende zwarte wolk. Ik zou net zoals toen vrienden en positieve mensen om me heen nodig hebben om mezelf weer op de rails te krijgen en mijn zelfbeeld te herstellen. Nog even volhouden en dan zou ik mijn leven weer zelf vorm kunnen geven.

Drie dagen lang pakte ik alles in, haalde ik meubels uit elkaar, en verhuisde ik alles naar een huurhuisje in de buurt. De verhuis was een race tegen de klok: letterlijk luttele uren na dat alles verhuisd was, ging de eerste lockdown van start. Daar zat ik dan, alleen, met een ontploft huis en een net niet ontploft hoofd.

Een huis vol rommel en chaos. Lelijke meubels, waardoor ik me niet thuis kon voelen, maar waardoor ik toch op zijn minst wel aan een tafel kon eten. De winkels waren dicht en de levertijden van de webshops liepen volledig uit de hand. Tweedehands spullen mochten niet opgehaald worden. Ik had geen bed, geen kleerkast, de stofzuiger begaf het, de vaatwasser begon te lekken waardoor de elektriciteit uitviel, ik had amper bestek, 3 rollen wc-papier en overal lege winkelrekken, geen plakband, geen lat, geen verlengkabel, een lelijk huis (ik had zo nood aan een gezellige plek waar ik me thuis kon voelen), alles zat in dozen en ik kon niet uitpakken omdat ik geen kasten had, ik zat op het randje van een depressie en ik moest thuisonderwijs combineren met van thuis uit werken. Ik moest de tranen verdrukken en me sterk houden, want ik wilde mijn kinderen hierin niet meesleuren.

Ik kwam van de ene in de andere nachtmerrie terecht!!

Mentaal was ik een wrak. Ik voelde me zò gefaald. Vijf jaar voordien gescheiden, en alweer uit elkaar. Wat was ik voor iemand dat ik geen enkele relatie kon volhouden? De eenzaamheid thuis was verschrikkelijk. Hobby's, werk, vrienden, buren, het huis waar ik vijf jaar gewoond had, mijn partner: in één klap viel alles weg. Het enige dat ik nog had waren mijn kinderen. Meerdere keren heb ik gewoon op de grond liggen huilen, schreeuwen omdat ik me zo verloren en alleen voelde.

Ik hield me sterk, en sleepte me door de dagen, de weken heen. Ik hielp de kinderen met het thuisonderwijs, en probeerde er het beste van te maken in ons huisje. De papa van mijn kinderen was er gelukkig af en toe voor mij als ik het echt niet meer trok. De babbels met hem sleurden me erdoor. Ik hield vol. Ik moest wel. Niet nadenken, leven op automatische piloot, want de realiteit en de herinneringen waren te zwaar om aan te kunnen. Er waren de kleine gelukjes om ons aan op te trekken: alle dingen die we zo lang niet kunnen doen hadden. Vrolijk lachen aan tafel, elkaar knuffelen, samen liggen in de zetel, samen slapen. Beslissen dat we tamme ratjes zouden nemen. Bloemen planten in de tuin en rommel maken. Een boeket bloemen met een lief kaartje toegestuurd krijgen door een vriendin. Knutselen. Zelf kiezen waar we naar keken op tv. Kleine gelukjes en samen lachen dat we zo blij waren dat we van R verlost waren. Mijn kinderen genoten er ook van!

Ik hield nog contact met R tot begin mei, omdat ik na al die jaren toch aan hem gehecht was (wat niet hetzelfde is als hem graag zien... hier is een naam voor trouwens maar dat doet er nu niet toe), en ik echt wel nood had aan houvast. Daarnaast wilde ik de relatie ook zo geleidelijk aan laten 'uitdoven' om te voorkomen dat hij écht kwaad zou worden en het niet goed met me zou voorhebben... Het was snel duidelijk dat ik die houvast bij hem écht niet zou vinden, en ergens in mei besloot ik dan ook het contact volledig te verbreken.

(daarna heeft hij me nog een hele tijd gestalkt... me proberen contacteren op alle mogelijke manieren, 's nachts aan mijn deur komen bellen, contact zoeken via vrienden en familie... ondanks aangifte bij de politie liet hij me niet met rust :-( )

De zomer bracht verlichting. Ik nam veel ouderschapsverlof op en was veel op pad. Ik ging van de ene naar de andere vriend(in) en leerde mijn vriend kennen (=heel veel positiviteit waar ik in deze blog niet veel over vertel maar waar ik al zoveel aan gehad heb!!). Ik probeerde niet teveel aan de miserie te denken en putte energie uit wat wel kon. Het was een leuke zomer met onbezorgd genieten van de vrijheid!

Onder het dekentje van leuke zomerse activiteiten lag de rauwe wonde nog bloot. Het was te voorzien dat dat opnieuw boven zou komen... en dat deed het, het sloeg me harder in het gezicht dan ik had durven voorzien. Op zoek naar verklaringen waarom ik in godsnaam zo lang bij R gebleken was, ontdekte ik een doos vol nare herinneringen uit mijn jeugd. Dagboeken vol rauwe, diepe pijn.

De dunne koord waarop ik balanceerde werd nog dunner. Ik zocht hulp, dit kon ik niet alleen aan. Contact met vrienden was sterk beperkt door de opnieuw striktere maatregelen, en ook stond ik voor zo’n berg miserie dat ik dit enkel met vrienden niet weggewerkt zou krijgen.

Het volhouden ging (en gaat) door. Dag voor dag, stap voor stap. Genieten van de leuke momenten maar keihard neerkomen bij elke tegenslag en op de dagen alleen. De veerkracht is precies volledig weg. Soms is het beter, en dan weer een ramp.

Het zijn ups en downs en ik mis nog steeds hetgeen waar ik zo naar uitzag - de mensen die er al die tijd om me heen geweest waren maar met wie ik connectie verloren had doordat R me zo beïnvloedde. De dingen doen die ik graag deed, die me energie gaven. 

Mijn verstand weet wat ik nodig heb, waar ik naartoe wil, en ik weet dat ik doe wat ik kan gezien de omstandigheden. Ik heb fantastische vooruitzichten voor de zomer en de komende jaren. Ik wéét dat het beter wordt, maar dat neemt helaas niets weg aan mijn gevoel. 

Het gevoel als je gaat lopen, dat je je wil laten vallen met je gezicht in de aarde, en gewoon niet meer rechtstaan. Niet hopen dat iemand je komt helpen, gewoon in de berm willen vallen en aan niets meer denken. 

Het gevoel als je thuiskomt op een vrijdagavond, alleen in een stil huis, en dat je de voordeur achter je dichttrekt en neerzinkt op de grond omdat je opziet tegen de avond. 

Het gevoel dat je in de zetel gaat zitten voor je uit staren, en wanhopig zoekt naar dingen om naar uit te kijken, om je wat energie te geven. 

Het gevoel van thuiskomen met een knorrende maag, maar geen zin hebben om te eten. 

Het gevoel van de secondewijzer die zo tergend traag vooruit lijkt te gaan. 

Het gevoel van een donker monster dat achter je staat, je probeert het de hele tijd op afstand te houden door dingen te zoeken om jezelf op te peppen, en dan even stoppen met 'volhouden' en je weer voelen terugvallen naar die basis van je ellendig en moedeloos voelen. 

Het verlangen je lazarus te zuipen om niet meer te moeten denken of voelen.  

Het gevoel dat het geen nut heeft om het te delen met mensen om je heen omdat er toch niets aan te doen is. Iedereen moet erdoor. Nog twee maanden en de café's gaan weer open. Nog twee maanden en we kunnen weer naar de fitness. Als het al doorgaat - ik durf er al niet meer naar uitkijken.  

Ik probeer de dagen alleen door te komen. Het is verschrikkelijk lastig en op dit eigenste moment ben ik al de hele dag aan het uitzien naar het moment dat ik weer kan gaan slapen, en hoop ik wakker te worden als deze nachtmerrie voorbij is. 

Ik geniet van de positieve momenten, maar daarbuiten sleur ik me door de dagen heen met de moed der wanhoop. Ik probeer de moed te vinden om te doen wat absoluut noodzakelijk is. Het huishouden. Mezelf verzorgen. Vrienden proberen zien. Wat sporten. Naar de winkel gaan. Vaak lijken die kleine dingen een hele opgave! Zelfs voor de dingen die ik normaal gezien graag doe vind ik de moed niet.

Ik hoop zo dat het einde van de tunnel nabij is want dit is echt, echt lastig. 




Reacties