Eén jaar geleden: een nacht vol geschreeuw, geroep, bedreigingen

Een van de moeilijkste periodes van mijn leven (naast de periode toen ik thuis woonde) is ondertussen bijna een jaar geleden. Ik probeer de herinneringen uit de weg te gaan, omdat ik me schaam en schuldig voel dat ik zo lang met zo iemand samen gebleven ben. Ik probeer het soms te begrijpen maar het is zeer confronterend. Liefst ga ik de herinneringen uit de weg, maar ik heb ze niet altijd onder controle. Zijn stem, zijn kritiek echoot nog zeer vaak in mijn hoofd.
 
De avond die ik hieronder beschrijf was niet de eerste van dit soort situaties, maar de 'druppel' die de emmer deed overlopen.


 
2020, de nacht van 3 op 4 januari.
 
Het was Kerstvakantie. De eerste tien dagen had ik met R doorgebracht, zodat hij me zeker niet kon verwijten dat ik niet genoeg tijd met hem spendeerde. Ik plande niets met vriendinnen in, enkel bezigheden met hem: een weekje skivakantie met zijn beste vriend en dienst partner (= ook R zijn ex), en daarna nog vier dagen thuis om wat klusjes in het huis te doen. Van de klusjes kwam uiteindelijk weinig in huis: R wou toch liever quality time samen doorbrengen. Dat was OK voor mij, want ik was de verbeteringswerken aan zijn huis meer dan moe, en ik vond dat hij er veel te ver in ging. 
 
Voor de laatste zes dagen van de Kerstvakantie kwamen de kinderen bij mij. Om er ook met hen even uit te zijn, en omdat we toch niet voor niets zo'n dure camper gekocht hadden, én omdat ik R niet teveel wou belasten met de aanwezigheid van de kinderen, vertrok ik op woensdag met de camper voor twee nachtjes naar Bokrijk voor de winterfeesten daar. Ik had twee zalige dagen met mijn kinderen, we genoten volop (hoewel het ook niet zo evident was om alles op m'n eentje in de camper georganiseerd te krijgen - er ging iets mis met de vriesbeveiliging waardoor we telkens geen water hadden). 
 
Toen ik vrijdagmiddag rond 16u terug thuis kwam, bleek mijn vriend razend. Razend omdat ik 'onvoldoende warme maaltijden voor hem had achtergelaten in de koelkast'. Ik had voor de donderdag een maaltijd klaargelegd, en een voor de vrijdag. Voor de woensdag had ik niks voorzien omdat hij die dag met zijn ouders uitgebreid zou gaan eten voor Nieuwjaar. R had op donderdag de maaltijd voor de donderdag opgegeten, maar omdat daarmee niet voldoende had, had hij ook de helft van de maaltijd van de vrijdag al opgegeten! Daardoor had hij de vrijdag maar een halve maaltijd, dus 'had ik onvoldoende eten voorzien'. 
 
Ook was hij razend omdat hij terwijl ik weg was twee dagen alleen had zitten zwoegen op het schilderwerk. Ik begreep dat niet, want hij had er toch zelf voor gekozen om in die tien dagen dat we met ons tweetjes waren, niks van klusjes te doen! Hij kon toch niet van mij verwachten dat ik tien dagen plezier zou maken met hem, om vervolgens als de kinderen bij mij waren enkel maar in huis (zijn huis!) te werken? Ik wilde ook echt wat quality time met de kinderen, maar dat begreep hij niet. 
 
De sfeer was dus erg grimmig toen ik thuis kwam. R liet weten dat zijn vrienden om 19u zouden komen om gezelschapsspelletjes te spelen. Hij zou nog 'snel even gaan fietsen'. Ik haastte me om het huis nog wat te kuisen voordat het bezoek kwam. Ik zette de kinderen aan tafel voor het avondeten en at zelf ook mee.  Ik probeerde de kinderen zo snel mogelijk 'bed-klaar' te maken (gegeten, tanden gepoetst, pyjama aan) zodat R zich niet zou moeten ergeren aan de aanwezigheid van de kinderen als hij terug thuis kwam, en zodat ik zijn vrienden zou kunnen ontvangen. 
 
Toen het bezoek toekwam, zaten de kinderen en ik nog aan tafel, en R was nog niet terug van zijn fietstocht. Ik vroeg of het bezoek even kon wachten in de zetel, want ik had nog mijn handen vol aan de kinderen. Dat vonden ze geen probleem. Ze wilden ook niks drinken.
 
Even later kwam R thuis. Hij had honger, maar ik was bezig met de kinderen, dus ik kon niet meteen iets klaarmaken voor hem. Ik zat in een dilemma - eten voorzien voor hem, de kinderen klaarmaken voor hun bed, of bij de gasten gaan. Ik legde de kinderen dan maar eerst in bed (die waren heel teleurgesteld dat ze zo vroeg naar best moesten, en eigenlijk echt "weggestuurd" werden om het bezoek en R niet te storen... maar ik had het gevoel geen keuze te hebben, want R was al zo boos op mij en ik wilde de kinderen daar niet in betrekken). R douchte en begon intussen iets te drinken en een spelletje te spelen met zijn vrienden. Toen ik terug beneden kwam besloot ik mee aan tafel te schuiven voor een spelletje en een drankje. Ik nam er een klein hapje bij voor ons allen. 
 
Na twee uur werd R kwaad omdat hij nog steeds geen eten gekregen had. Ik zei dat ik erbij was komen zitten voor de gezelligheid en ik gedacht had dat hij zelf wel iets uit de koelkast kon nemen als hij honger had. Ik vond het ook ongepast van hem dat hij zo laat thuiskwam van zijn fietstocht, en dat hij daardoor geen tijd gehad had om zelf iets te eten te nemen. Daarover was hij (uiteraard) verontwaardigd, en hij begon er wat verwijten over te geven. Toen ik voorstelde om alsnog iets van eten voor hem te maken, zei hij dat het al niet meer nodig was. 
 
Rond middernacht vertrokken zijn vrienden. Toen ze weg waren veranderde R. Hij werd woest over alles wat ik fout gedaan had die week, over wat voor een kutwijf ik was. Hij begon te roepen, zo luid dat de kinderen ervan wakker zouden worden. Ik probeerde hem nog te kalmeren, maar hij bleef roepen. Hij begon de vaatwasser leeg te maken, hoewel ik voorstelde om dat morgen te doen en te gaan slapen. Hij begon dan ook nog de vuilbakken leeg te maken (het was intussen al na middernacht!), en bij het naar buiten lopen in de tuin schreeuwde hij zo luid dat de buren ervan wakker werden (vertelden de buren achteraf). Ik was echt bang en wilde niet dat de kinderen dat zouden horen. Ik kreeg hem maar niet gekalmeerd en stuurde in paniek een berichtje naar zijn vrienden die vertrokken waren, met de vraag of ze konden terugkomen om op hem in te praten, dat ik hem niet rustig kreeg. Ze beloofden af te komen. 
Intussen ging ik naar onze slaapkamer boven want ik kon het niet meer aanhoren. Beneden hoorde ik R glazen kapotslaan op de grond, hij bleef ook maar roepen. Ik probeerde me af te sluiten van die bedreiging, ik was doodsbenauwd, ik was helemaal aan het flippen in mijn hoofd van schrik. Ik wilde weg maar ik kon niet, want mijn kinderen lagen in hun kamers te slapen. Ik zou hen nooit allebei naar de camper kunnen dragen en op tijd kunnen wegrijden, hij zou ons tegenhouden. Ik wilde hem niet nog uitzinniger van woede maken door te vertrekken. 
R kwam toen naar boven, roepend. Hij kwam op me af... 
en als ik dit schrijf realiseer ik me plots waarom ik neig te dissociëren als ik een man in de keuken met een mes in zijn handen zie staan. Die avond had ik naar R zitten kijken terwijl hij de vaatwas leegde. Het zou wel eens goed kunnen dat hij daar toen ook met een mes gestaan heeft, in zijn razernij. 
 
Ik stond in de slaapkamer en wist niet wat doen. Ik kon niet gaan slapen, maar ik kon ook niet bij hem blijven staan, omdat ik te bang was. Ik kon nérgens heen! Ik stond bevroren in de slaapkamer en R kwam naar boven, op me afgelopen, ik kon niet weg. Ik schoot compleet in een paniekaanval. Doodsbang. Doodsbang. Hyperventileren. Niet kunnen nadenken. Complete kortsluiting in mijn hoofd. Ik liep weg, langs hem, vluchtte naar mijn oudste zoontje zijn kamer, die blijkbaar (logisch eigenlijk, na al dat geroep) wakker was. 
 
In paniek belde ik 112, maar ik kreeg niets uitgebracht. Ik probeerde iets te zeggen maar ik kon niet, ik kon niet ademen, ik hapte grote happen lucht maar ik kon niet meer uitademen, ik wist dat ik mijn adres moest zeggen voor mijn veiligheid maar ik kreeg het niet gezegd. 
Na een hele tijd lukte het me om juist het adres eruit te krijgen... straatnaam..... nummer..... gemeente..... mijn vriend..... is............ heel..... agressief......  
R was zo aan het razen en door het huis aan het lopen en schreeuwen dat hij zelfs niet merkte dat ik met de politie aan het bellen was. 
 
Zijn vrienden belden aan de deur, met een smoesje dat ze iets laten liggen hadden. Ze probeerden R te kalmeren. R kalmeerde wel wat, maar niet volledig. Hij bleef woest op mij en hij draaide niet bij. Intussen kwam de politie ook toe, maar die vriend van R overtuigde me om de politie te laten weggaan, en te zeggen dat er toch niets aan de hand was, want dat R anders nog meer zou gaan flippen en dat ik dan mijn koffers zou mogen pakken. Die gedachte joeg me ook schrik aan, want mijn hele hebben en houden lag in R zijn huis en als ik op zo'n manier zou vertrekken, zou ik er heel berooid van afkomen. Bovendien had ik 20.000 euro investeringen gedaan in R zijn huis, en had ik hiervan niets op papier. Ik had geen keuze dan te zeggen tegen de politie dat alles in orde was. Ze reden terug weg.  
 
Na anderhalf uur besloten zijn vrienden toch terug naar huis te gaan, want het was al na 3u 's nachts en ze hadden de volgende dag een drukke dag met verplichtingen. 
R ging daarna gewoon door met zijn uitzinnig geroep. We gingen slapen (ik lag verstijfd van angst naast hem, maar 'in de zetel slapen' was geen optie want dan lag hij boven in de kamer naast mijn kinderen en ik beneden, en dat wilde ik ook niet). Tot rond 5u30 's morgens is hij blijven zeggen wat voor een rotwijf ik was, dat ik rotkinderen had, dat ik zijn leven verpest had, dat ik een egoïst was, dat ik niets alleen kon, dat ik de oorzaak was van alle miserie in zijn leven, etc etc. Ik probeerde soms iets te weerleggen en probeerde hem stiller te laten praten, want ik wilde niet dat mijn oudste zoon (net geen 10 jaar oud) dat zou horen. De dag nadien bleek jammer genoeg dat mijn zoontje het allemaal gehoord had, al die verschrikkelijk lelijke woorden over mij en over hen.
 
Ik heb die nacht niet geslapen. 
 
's Morgens probeerde ik normaal te doen, er te zijn voor de kinderen, alles te doen zodat R weer goedgezind zou worden. 's Namiddags was een verjaardagsfeestje voor mijn zus haar kindje, en ik wilde daar graag naartoe, maar R wilde schilderen en ik moest zijn bakje verf vasthouden. Uit schrik deed ik natuurlijk wat hij vroeg, ik was doodmoe en mentaal volledig op, dus ik had ook niet de moed om tegen hem in te gaan. 
 
Het werd 15u, het uur waarop ik verwacht werd bij mijn zus. Ik probeerde voorzichtig te zeggen dat ik daar verwacht werd, maar hij werd kwaad en zei of ik hem weer alleen zou achterlaten met de klusjes in huis. Ik zweeg... en deed verder wat hij vroeg. 
  
Om 16u30 was hij klaar. Ik maakte me klaar en om alsnog toch eventjes naar het verjaardagsfeestje van mijn nichtje te rijden. R liet weten dat ik tijdig terug moest zijn, want dat een andere vriend van hem zou komen eten met diens vriendin. 
 
Toen ik rond 17u30 bij Joanina toekwam, zat daar familie en mijn ouders. Ik was stikkapot van de angst en de zorgen. Ik wilde het feestje niet verpesten maar de aanwezigheid van mijn ouders deed me toch breken, en ik begon te wenen. Mijn vader zei dat ik mijn best moest doen om R weer beter gezind te maken. Hij zei, "weet je wat, ga binnen een kwartiertje maar naar huis, en zorg dat je een goede gastvrouw bent, dan kan je het goedmaken". 
 
Mijn moeder was diegene die het voor me opnam! Ze zei dat dit echt niet OK was... 
 
Ik wist het echt niet meer. Ik droeg mijn vader op handen en hij heeft zoveel 'bereikt' in zijn leven (intussen is mijn visie daarop wel veranderd...), ik wilde graag zijn advies volgen, maar anderzijds voelde dit echt niet goed. Ik wilde mijn kinderen niet in zo'n omgeving laten opgroeien, dit had ik zelf jarenlang meegemaakt, wat voor slechte moeder zou ik niet zijn als ik zelf bewust zou kiezen voor zo'n persoon in het leven van mijn kinderen!!! 
 
Voor mezelf besloot ik die dag dat ik geen andere keuze had dan weggaan. Hoezeer ik ook schrik had om weg te gaan... Bij zo iemand ga je niet 'zomaar' weg. Een persoon als R heeft geen respect of begrip voor andermans keuzes. Als hij zou weten dat hij geen kans meer bij me maakte, zou hij zich volledig tégen me keren. Ik zou moeten waken over alles wat me dierbaar was. Het gerief dat bij hem lag, de investeringen in zijn huis, het welzijn van mijn kinderen, mijn eigen veiligheid, mijn vrienden, mijn werk. 
 
Voor hem was ik zijn àlles, want ik was de belangrijkste voedingsbron voor zijn zeer broze, kwetsbare ego. Ik was diegene die hem moest ophemelen, die hem moest geruststellen dat hij overal de beste in was. Tegelijk moest ook ik de knapste, sportiefste, best geklede vriendin zijn, iemand waarmee hij kon uitpakken. Hij hemelde me op en zette me op een voetstuk zodat hij kon tonen wat voor vriendin hij 'kon krijgen'.  
 
Ik wist dat ik voor mezelf heel duidelijk voor ogen moest houden: voor een man die niets te verliezen heeft, en die zo weinig wroeging of medeleven heeft, moet je oppassen... 
In het belang van mezelf en mijn kinderen zou ik dit héél, héél omzichtig moeten aanpakken.  
 
 
 
 
 

Reacties